Terug naar bibliotheek
Vierde Boek. Eenige rechtsplegingen van bijzonderen aard
Titel VIb. Strafvordering buiten het rechtsgebied van een rechtbank
Tweede afdeling. Toepassing van enige bijzondere dwangmiddelen
Artikel 539h

Artikel 539h (Aanhouding verdachte buiten rechtsgebied rechtbank)

Laatste versie

1. De verdachte kan slechts worden aangehouden:

1°. ingeval van ontdekking op heterdaad van een misdrijf, door een ieder; 2°. ingeval van ontdekking op heterdaad van een overtreding, door een opsporingsambtenaar, een commandant, een schipper en een gezagvoerder van een luchtvaartuig; 3°. buiten het geval van ontdekking op heterdaad, indien het een misdrijf of het strafbare feit omschreven in artikel 435 onder 4°. van het Wetboek van Strafrecht betreft, door een opsporingsambtenaar, een commandant, een schipper en een gezagvoerder van een luchtvaartuig.

2. De officier van justitie kan in de gevallen, genoemd in het vorige lid, de aanhouding van de verdachte bevelen.

Uitleg in duidelijke taal

1. De verdachte kan slechts worden aangehouden:

Dit betekent dat de verdachte alleen onder specifieke omstandigheden mag worden aangehouden, namelijk:

1°. ingeval van ontdekking op heterdaad van een misdrijf, door een ieder;

Dit houdt in dat als een misdrijf op heterdaad wordt ontdekt, iedereen de verdachte mag aanhouden.

2°. ingeval van ontdekking op heterdaad van een overtreding, door een opsporingsambtenaar, een commandant, een schipper en een gezagvoerder van een luchtvaartuig;

Dit betekent dat als een overtreding op heterdaad wordt ontdekt, alleen een opsporingsambtenaar, een commandant, een schipper of een gezagvoerder van een luchtvaartuig de verdachte mag aanhouden.

3°. buiten het geval van ontdekking op heterdaad, indien het een misdrijf of het strafbare feit omschreven in artikel 435 onder 4°. van het Wetboek van Strafrecht betreft, door een opsporingsambtenaar, een commandant, een schipper en een gezagvoerder van een luchtvaartuig.

Dit houdt in dat, ook als er geen sprake is van ontdekking op heterdaad, een opsporingsambtenaar, een commandant, een schipper of een gezagvoerder van een luchtvaartuig de verdachte mag aanhouden, mits het gaat om een misdrijf of het strafbare feit zoals beschreven in artikel 435, onderdeel 4°, van het Wetboek van Strafrecht.

2. De officier van justitie kan in de gevallen, genoemd in het vorige lid, de aanhouding van de verdachte bevelen.

Dit betekent dat de officier van justitie de bevoegdheid heeft om in de situaties die in het eerste lid zijn opgesomd, een bevel tot aanhouding van de verdachte uit te vaardigen.