Wetboek van Strafvordering

1. De deskundige brengt aan zijn opdrachtgever een met redenen omkleed verslag uit. Hij geeft daarbij zo mogelijk aan welke methode hij heeft toegepast, in welke mate deze methode en de resultaten daarvan betrouwbaar kunnen worden geacht en welke bekwaamheid hij heeft bij de toepassing van de methode.

Dit lid bepaalt dat de deskundige een verslag moet uitbrengen aan zijn opdrachtgever, welk verslag voorzien moet zijn van een onderbouwing (met redenen omkleed). In dit verslag vermeldt de deskundige, voor zover mogelijk (zo mogelijk), welke methode hij heeft gebruikt. Tevens geeft hij aan hoe betrouwbaar deze methode en de resultaten daarvan zijn, en over welke specifieke vaardigheid (bekwaamheid) hij beschikt om deze methode toe te passen.

2. Het verslag wordt schriftelijk uitgebracht, tenzij de rechter bepaalt dat dit mondeling kan geschieden.

Dit lid stelt dat het verslag in principe schriftelijk moet worden uitgebracht. Een uitzondering hierop is wanneer de rechter beslist (bepaalt) dat het verslag ook mondeling mag worden gepresenteerd (geschieden).

3. De deskundige verklaart het verslag naar waarheid, volledig en naar beste inzicht te hebben opgesteld. Het verslag is gebaseerd op wat zijn wetenschap en kennis hem leren omtrent datgene wat aan zijn oordeel onderworpen is.

Dit lid schrijft voor dat de deskundige in zijn verslag moet verklaren dat hij dit naar waarheid, volledig en naar zijn beste inzicht heeft opgesteld. Verder stelt dit lid dat het verslag gebaseerd moet zijn op de inzichten die voortkomen uit zijn wetenschappelijke kennis en expertise (wat zijn wetenschap en kennis hem leren) met betrekking tot het onderwerp waarover hij een oordeel moet vellen (datgene wat aan zijn oordeel onderworpen is).