Terug naar bibliotheek
Vierde Boek. Eenige rechtsplegingen van bijzonderen aard
Titel IIIb. Strafvordering ter zake van ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
Artikel 511i

Artikel 511i (Verval ontnemingsuitspraak bij onherroepelijke niet-veroordeling)

Laatste versie

Een uitspraak op de vordering van het openbaar ministerie als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht vervalt van rechtswege, doordat de uitspraak als gevolg waarvan de veroordeling van de verdachte, als bedoeld in artikel 36e, eerste onderscheidenlijk derde lid, van het Wetboek van Strafrecht, achterwege blijft, in kracht van gewijsde gaat.

Uitleg in duidelijke taal

Een uitspraak op de vordering van het openbaar ministerie als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht vervalt van rechtswege, doordat de uitspraak als gevolg waarvan de veroordeling van de verdachte, als bedoeld in artikel 36e, eerste onderscheidenlijk derde lid, van het Wetboek van Strafrecht, achterwege blijft, in kracht van gewijsde gaat.

Dit artikel stelt dat een uitspraak, gedaan naar aanleiding van een vordering van het openbaar ministerie zoals bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, automatisch (van rechtswege) zijn geldigheid verliest. Dit verlies van geldigheid treedt in doordat de uitspraak waardoor de veroordeling van de verdachte – zoals bedoeld in artikel 36e, eerste lid of derde lid, van het Wetboek van Strafrecht – niet doorgaat (achterwege blijft), onherroepelijk wordt (in kracht van gewijsde gaat).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1998:ZD1016

ECLI:NL:HR:1998:ZD101614 april 1998Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BM8030

ECLI:NL:HR:2011:BM80308 februari 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1947

ECLI:NL:HR:2018:194716 oktober 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:512

ECLI:NL:HR:2015:5123 maart 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1255

ECLI:NL:HR:2015:125519 mei 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:3548

ECLI:NL:HR:2014:35489 december 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:853

ECLI:NL:HR:2020:85312 mei 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BW8683

ECLI:NL:HR:2012:BW868319 juni 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BR6602

ECLI:NL:HR:2011:BR660225 oktober 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2010

ECLI:NL:HR:2018:201030 oktober 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak