Artikel 511g (Hoger beroep ontneming wederrechtelijk voordeel)
1. Tegen de uitspraak van de rechtbank kan hoger beroep worden ingesteld.
2. Titel II van het derde Boek is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:
a. de zaak in hoger beroep aanhangig wordt gemaakt door een oproeping van de advocaat-generaal aan de verdachte of veroordeelde betekend; b. de behandeling van de vordering waarvan beroep is ingesteld voorafgegaan kan worden door een schriftelijke voorbereiding op de wijze als door het gerechtshof te bepalen; c. de artikelen 511d, tweede en derde lid, en 511e, tweede lid, van overeenkomstige toepassing zijn. In deze gevallen wordt het financieel onderzoek gevoerd door de officier van justitie in het arrondissement waarin de rechtbank is gelegen die in eerste aanleg uitspraak heeft gedaan. Na afloop van het bevolen onderzoek deelt de officier van justitie de stukken mede aan de advocaat-generaal; d. artikel 511e, eerste lid, onder b, van overeenkomstige toepassing is.
Uitleg in duidelijke taal
1. Tegen de uitspraak van de rechtbank kan hoger beroep worden ingesteld.
Dit betekent letterlijk dat het mogelijk is om hoger beroep in te stellen tegen de uitspraak van de rechtbank.
2. Titel II van het derde Boek is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:
Dit betekent letterlijk dat Titel II van het Derde Boek op een vergelijkbare wijze van toepassing is, met dien verstande dat de volgende specifieke bepalingen gelden:
a. de zaak in hoger beroep aanhangig wordt gemaakt door een oproeping van de advocaat-generaal aan de verdachte of veroordeelde betekend;
Dit betekent letterlijk dat de zaak in hoger beroep aanhangig wordt gemaakt doordat de advocaat-generaal een oproeping officieel betekent aan de verdachte of veroordeelde.
b. de behandeling van de vordering waarvan beroep is ingesteld voorafgegaan kan worden door een schriftelijke voorbereiding op de wijze als door het gerechtshof te bepalen;
Dit betekent letterlijk dat de behandeling van de vordering waartegen beroep is ingesteld, kan worden voorafgegaan door een schriftelijke voorbereiding. De wijze waarop deze voorbereiding plaatsvindt, wordt bepaald door het gerechtshof.
c. de artikelen 511d, tweede en derde lid, en 511e, tweede lid, van overeenkomstige toepassing zijn. In deze gevallen wordt het financieel onderzoek gevoerd door de officier van justitie in het arrondissement waarin de rechtbank is gelegen die in eerste aanleg uitspraak heeft gedaan. Na afloop van het bevolen onderzoek deelt de officier van justitie de stukken mede aan de advocaat-generaal;
Dit betekent letterlijk dat de artikelen 511d, tweede en derde lid, en 511e, tweede lid, op een vergelijkbare wijze van toepassing zijn. In deze gevallen wordt het financieel onderzoek gevoerd door de officier van justitie in het arrondissement waarin de rechtbank is gelegen die in eerste aanleg uitspraak heeft gedaan. Na afloop van het bevolen onderzoek deelt de officier van justitie de stukken mede aan de advocaat-generaal.
d. artikel 511e, eerste lid, onder b, van overeenkomstige toepassing is.
Dit betekent letterlijk dat artikel 511e, eerste lid, onder b, op een vergelijkbare wijze van toepassing is.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2013:BV9087
ECLI:NL:HR:2002:AD8950
ECLI:NL:HR:2013:BT6251
ECLI:NL:HR:2021:1498 - Voldoende aanwijzingen voor soortgelijke feiten bij ontneming: motiveringseisen en bewijs
Voor de ontneming van voordeel uit 'soortgelijke feiten' (art. 36e lid 2 (oud) Sr) moet de rechter buiten redelijke twijfel vaststellen dat die feiten zijn begaan. De uitspraak hoeft niet de bewijsmiddelen hiervoor te vermelden, maar wel de feiten en omstandigheden die tot dit oordeel leidden.
ECLI:NL:HR:2013:BU2056
ECLI:NL:HR:2015:3255
ECLI:NL:HR:2000:AA5438
ECLI:NL:HR:2013:BU3984
ECLI:NL:HR:2022:147 - Ontneming voordeel: motiveringseisen bij gemotiveerde betwisting van de schatting
Indien een betrokkene de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel gemotiveerd betwist, kan de rechter niet volstaan met een verwijzing naar een financieel rapport. De rechter moet dan nader motiveren waarom de betwisting wordt verworpen en de schatting toch wordt aanvaard.
ECLI:NL:HR:2017:8 - Motiveringseisen bij schatting voordeel en aftrek schadevergoeding bij medeplegen
De Hoge Raad vernietigt een ontnemingsuitspraak wegens onvoldoende motivering van de schatting van het voordeel. Een verwijzing naar een financieel rapport en diens bijlagen is onvoldoende als de concrete berekeningen en gegevens daarin ontbreken. Tevens wordt geoordeeld dat een wetswijziging niet afdoet aan de mogelijkheid om bij hoofdelijke aansprakelijkheid slechts een evenredig deel van de schadevergoeding af te trekken.