Artikel 5.7.4 (Bevoegdheden Openbaar Ministerie EU toezichtbeslissingen)
1. Het openbaar ministerie is bevoegd te beslissen over de erkenning van een van de uitvaardigende lidstaat ontvangen toezichtbeslissing met het oog op tenuitvoerlegging in Nederland.
2. Het openbaar ministerie is bevoegd tot toezending van een Nederlandse toezichtbeslissing aan de uitvoerende lidstaat met het oog op de erkenning en tenuitvoerlegging aldaar.
3. Telkens wanneer dit nodig wordt geacht, pleegt het openbaar ministerie overleg met de bevoegde autoriteiten in de uitvaardigende of uitvoerende lidstaat ten behoeve van een vlotte en efficiënte uitvoering van de bepalingen in deze titel.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het openbaar ministerie is bevoegd te beslissen over de erkenning van een van de uitvaardigende lidstaat ontvangen toezichtbeslissing met het oog op tenuitvoerlegging in Nederland.
Dit lid bepaalt dat het openbaar ministerie de bevoegdheid heeft om te beslissen over de erkenning van een toezichtbeslissing die is ontvangen van de uitvaardigende lidstaat, met het oog op tenuitvoerlegging in Nederland.
2. Het openbaar ministerie is bevoegd tot toezending van een Nederlandse toezichtbeslissing aan de uitvoerende lidstaat met het oog op de erkenning en tenuitvoerlegging aldaar.
Dit lid stelt dat het openbaar ministerie bevoegd is tot toezending van een Nederlandse toezichtbeslissing aan de uitvoerende lidstaat. Dit gebeurt met het oog op de erkenning en tenuitvoerlegging aldaar.
3. Telkens wanneer dit nodig wordt geacht, pleegt het openbaar ministerie overleg met de bevoegde autoriteiten in de uitvaardigende of uitvoerende lidstaat ten behoeve van een vlotte en efficiënte uitvoering van de bepalingen in deze titel.
Dit lid geeft aan dat het openbaar ministerie, telkens wanneer dit nodig wordt geacht, overleg pleegt met de bevoegde autoriteiten in de uitvaardigende of uitvoerende lidstaat. Dit overleg vindt plaats ten behoeve van een vlotte en efficiënte uitvoering van de bepalingen in deze titel.