Terug naar bibliotheek
Vierde Boek. Eenige rechtsplegingen van bijzonderen aard
Titel II. Strafvordering in zaken betreffende jeugdige personen
Tweede afdeling. Strafvordering in zaken betreffende personen die de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt
Artikel 499

Artikel 499 (Procedure kinderrechter toepasselijke regels bevoegdheden)

Laatste versie

1. Op het rechtsgeding voor de kinderrechter zijn de Vijfde Titel en de Zesde Titel van het Tweede Boek van overeenkomstige toepassing, voor zover in deze Titel niet anders wordt bepaald en met dien verstande, dat de kinderrechter tevens de bevoegdheden bezit, die aan de voorzitter van een meervoudige kamer toekomen.

2. De artikelen 370 en 376 tot en met 381 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de kinderrechter de zaak tevens naar de meervoudige kamer verwijst, indien naar zijn oordeel de toepassing van artikel 77s van het Wetboek van Strafrecht in overweging behoort te worden genomen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Op het rechtsgeding voor de kinderrechter zijn de Vijfde Titel en de Zesde Titel van het Tweede Boek van overeenkomstige toepassing, voor zover in deze Titel niet anders wordt bepaald en met dien verstande, dat de kinderrechter tevens de bevoegdheden bezit, die aan de voorzitter van een meervoudige kamer toekomen.

Dit betekent dat voor het rechtsgeding dat voor de kinderrechter plaatsvindt, de regels uit de Vijfde Titel en de Zesde Titel van het Tweede Boek op een vergelijkbare manier gelden (van overeenkomstige toepassing zijn). Dit is het geval, tenzij in deze Titel (Titel II van het Vierde Boek, handelend over strafvordering in zaken betreffende jeugdige personen) iets anders is vastgelegd (niet anders wordt bepaald). Bovendien (met dien verstande) heeft de kinderrechter ook de bevoegdheden die de voorzitter van een meervoudige kamer bezit.

2. De artikelen 370 en 376 tot en met 381 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de kinderrechter de zaak tevens naar de meervoudige kamer verwijst, indien naar zijn oordeel de toepassing van artikel 77s van het Wetboek van Strafrecht in overweging behoort te worden genomen.

Dit betekent dat de artikelen 370 en 376 tot en met 381 op een vergelijkbare manier van toepassing zijn. Daarbij geldt (met dien verstande dat) dat de kinderrechter de zaak ook naar de meervoudige kamer doorverwijst, als de kinderrechter van mening is (naar zijn oordeel) dat het overwegen van de toepassing van artikel 77s van het Wetboek van Strafrecht nodig is (in overweging behoort te worden genomen).