Artikel 495 (Bevoegdheid kinderrechter en meervoudige kamer jeugdzaken)
1. De zaak wordt bij de rechtbank in eerste aanleg voor de kinderrechter vervolgd.
2. Niettemin geschiedt de behandeling van de zaak door de meervoudige kamer, indien naar het aanvankelijk oordeel van de officier van justitie
a. in de zaak een plaatsing in een inrichting voor jeugdigen dan wel een zwaardere hoofdstraf dan vrijheidsstraf van zes maanden dient te worden opgelegd; b. wegens de ingewikkeldheid van de zaak behandeling door de meervoudige kamer de voorkeur verdient; c. de zaak, indien deze tevens één of meer verdachten betreft die de leeftijd van achttien jaren hebben bereikt, niet voor splitsing vatbaar is.
3. In zaken welke voor een meervoudige kamer der rechtbank worden vervolgd neemt de kinderrechter aan het onderzoek der terechtzitting deel.
4. De kinderrechter is bevoegd kennis te nemen van een strafbaar feit of strafbare feiten die zijn begaan nadat de verdachte de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt indien de vervolging van dat feit of deze feiten gelijktijdig plaatsvindt met de vervolging van verdachte ter zake van een strafbaar feit bedoeld in artikel 488, tweede lid. Het tweede en derde lid is van overeenkomstige toepassing.
5. Bij toepassing van het vierde lid kan de rechter recht doen volgens de artikelen 77g tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht indien hij daartoe grond vindt in de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan.
6. Het bepaalde in het vijfde lid is van overeenkomstige toepassing wanneer het afzonderlijke strafbare feiten betreft die op grond van artikel 259 of artikel 285 gevoegd zijn behandeld.
Uitleg in duidelijke taal
1. De zaak wordt bij de rechtbank in eerste aanleg voor de kinderrechter vervolgd.
Dit betekent dat de strafzaak in de eerste fase van de rechtsgang (eerste aanleg) bij de rechtbank wordt behandeld en vervolgd door de kinderrechter.
2. Niettemin geschiedt de behandeling van de zaak door de meervoudige kamer, indien naar het aanvankelijk oordeel van de officier van justitie
Dit houdt in dat, ondanks de hoofdregel in lid 1, de zaak toch door de meervoudige kamer (een kamer met meerdere rechters) wordt behandeld, als de officier van justitie bij de start van de zaak (aanvankelijk oordeel) van mening is dat een van de volgende situaties van toepassing is:
a. in de zaak een plaatsing in een inrichting voor jeugdigen dan wel een zwaardere hoofdstraf dan vrijheidsstraf van zes maanden dient te worden opgelegd;
Dit betekent dat de meervoudige kamer de zaak behandelt indien de officier van justitie verwacht dat in de betreffende zaak een plaatsing in een inrichting voor jeugdigen of een hoofdstraf die zwaarder is dan een vrijheidsstraf van zes maanden, opgelegd zou moeten worden.
b. wegens de ingewikkeldheid van de zaak behandeling door de meervoudige kamer de voorkeur verdient;
Dit betekent dat de meervoudige kamer de zaak behandelt indien de officier van justitie oordeelt dat de zaak zo ingewikkeld is dat behandeling door de meervoudige kamer beter (de voorkeur verdient) is.
c. de zaak, indien deze tevens één of meer verdachten betreft die de leeftijd van achttien jaren hebben bereikt, niet voor splitsing vatbaar is.
Dit betekent dat de meervoudige kamer de zaak behandelt als de zaak ook betrekking heeft op één of meer verdachten die achttien jaar of ouder zijn, en de zaak niet gesplitst kan worden (niet voor splitsing vatbaar is) om de jeugdige(n) en volwassene(n) apart te berechten.
3. In zaken welke voor een meervoudige kamer der rechtbank worden vervolgd neemt de kinderrechter aan het onderzoek der terechtzitting deel.
Dit bepaalt dat wanneer zaken voor de meervoudige kamer van de rechtbank worden vervolgd, de kinderrechter deelneemt aan het onderzoek tijdens de zitting (onderzoek der terechtzitting).
4. De kinderrechter is bevoegd kennis te nemen van een strafbaar feit of strafbare feiten die zijn begaan nadat de verdachte de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt indien de vervolging van dat feit of deze feiten gelijktijdig plaatsvindt met de vervolging van verdachte ter zake van een strafbaar feit bedoeld in artikel 488, tweede lid. Het tweede en derde lid is van overeenkomstige toepassing.
Dit lid stelt dat de kinderrechter bevoegd is om kennis te nemen van (te oordelen over) een strafbaar feit of meerdere strafbare feiten die door de verdachte zijn gepleegd nadat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Dit is alleen mogelijk als de vervolging voor dat feit of die feiten tegelijkertijd (gelijktijdig) plaatsvindt met de vervolging van de verdachte voor een strafbaar feit zoals omschreven in artikel 488, tweede lid (dit betreft feiten begaan als minderjarige). De bepalingen van het tweede en derde lid van dit huidige artikel (artikel 495) zijn hierop op eenzelfde manier van toepassing (van overeenkomstige toepassing).
5. Bij toepassing van het vierde lid kan de rechter recht doen volgens de artikelen 77g tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht indien hij daartoe grond vindt in de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan.
Dit betekent dat wanneer het vierde lid wordt toegepast (dus wanneer de kinderrechter oordeelt over feiten begaan na het 18e levensjaar, gelijktijdig met jeugdfeiten), de rechter een oordeel kan vellen (recht doen) volgens de bepalingen van de artikelen 77g tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht (dit zijn artikelen uit het adolescentenstrafrecht). De rechter mag dit doen als hij daarvoor een aanleiding (grond) ziet in de persoonlijkheid van de dader of in de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd.
6. Het bepaalde in het vijfde lid is van overeenkomstige toepassing wanneer het afzonderlijke strafbare feiten betreft die op grond van artikel 263 of artikel 287 gevoegd zijn behandeld.
De regel uit het vijfde lid (de mogelijkheid om adolescentenstrafrecht toe te passen) geldt op eenzelfde manier (is van overeenkomstige toepassing) wanneer het gaat om losstaande (afzonderlijke) strafbare feiten die op basis van artikel 263 (voeging van zaken tegen dezelfde verdachte) of artikel 287 (voeging van zaken tegen verschillende verdachten wegens samenhang) samengevoegd (gevoegd) zijn behandeld.