Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Rechtsmiddelen
B. Buitengewone rechtsmiddelen
Titel VIII. Herziening van arresten en vonnissen
Eerste Afdeling. Herziening ten voordele van de gewezen verdachte
Artikel 469

Artikel 469 (Nader onderzoek Hoge Raad bij herziening)

Laatste versie

1. Indien de Hoge Raad de noodzakelijkheid daarvan blijkt draagt hij aan de procureur-generaal op een nader onderzoek te verrichten als bedoeld in de artikelen 461 en 463, dan wel advies in te winnen van de in artikel 462 bedoelde commissie. De artikelen 463, tweede tot en met zesde lid, en 464 zijn van overeenkomstige toepassing. Nadat het onderzoek is voltooid, doet de procureur-generaal de stukken toekomen aan de Hoge Raad.

2. Tevens kan de Hoge Raad een nader onderzoek opdragen aan een daartoe uit zijn midden te benoemen raadsheer-commissaris, doch hij kan dit ook, indien de herziening niet betreft een door de Hoge Raad in eerste aanleg gewezen arrest, opdragen aan de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken, in een rechtbank die van de zaak nog geen kennis heeft genomen.

3. Het in het tweede lid bedoelde onderzoek wordt overeenkomstig de tweede tot en met de vijfde en de achtste afdeling van de Derde Titel van het Tweede Boek gevoerd. De getuigen worden beëdigd of wel overeenkomstig artikel 216, tweede lid, aangemaand. Indien het onderzoek geschiedt door een raadsheer-commissaris, geldt al hetgeen bepaald is over de rechtbank, de rechter-commissaris, de officier van justitie en de griffier, ten aanzien van de Hoge Raad, de raadsheer-commissaris, de procureur-generaal en de griffier van de Hoge Raad, behoudens dat de raadsheer-commissaris en de procureur-generaal zich bij het doorzoeken van plaatsen en bij een schouw kunnen doen vervangen door de rechter-commissaris en de officier van justitie in het arrondissement waarin de rechtbank is gelegen waar de doorzoeking of schouw moet plaatshebben. Artikel 172 is van overeenkomstige toepassing.

4. Na afloop van het onderzoek doet de raadsheer- of rechter-commissaris de stukken toekomen aan de Hoge Raad.

5. Aan de raadsman wordt een afschrift van de stukken van het onderzoek toegezonden.

6. Indien de procureur-generaal opnieuw een conclusie neemt is artikel 468, eerste en derde tot en met vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien de Hoge Raad de noodzakelijkheid daarvan blijkt draagt hij aan de procureur-generaal op een nader onderzoek te verrichten als bedoeld in de artikelen 461 en 463, dan wel advies in te winnen van de in artikel 462 bedoelde commissie. De artikelen 463, tweede tot en met zesde lid, en 464 zijn van overeenkomstige toepassing. Nadat het onderzoek is voltooid, doet de procureur-generaal de stukken toekomen aan de Hoge Raad.

Dit betekent letterlijk: Indien de Hoge Raad de noodzakelijkheid van een nader onderzoek of advies inziet (de noodzakelijkheid daarvan blijkt), dan draagt de Hoge Raad aan de procureur-generaal op om een nader onderzoek te verrichten zoals bedoeld in de artikelen 461 en 463, ofwel advies in te winnen van de commissie die in artikel 462 wordt genoemd. De artikelen 463, tweede tot en met zesde lid, en artikel 464 zijn op een vergelijkbare manier van toepassing (van overeenkomstige toepassing). Nadat het onderzoek is afgerond (voltooid), zorgt de procureur-generaal ervoor dat de stukken bij de Hoge Raad terechtkomen (doet de stukken toekomen aan de Hoge Raad).

2. Tevens kan de Hoge Raad een nader onderzoek opdragen aan een daartoe uit zijn midden te benoemen raadsheer-commissaris, doch hij kan dit ook, indien de herziening niet betreft een door de Hoge Raad in eerste aanleg gewezen arrest, opdragen aan de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken, in een rechtbank die van de zaak nog geen kennis heeft genomen.

Dit betekent letterlijk: De Hoge Raad kan ook (Tevens kan) een nader onderzoek opdragen aan een raadsheer-commissaris die daartoe uit zijn eigen midden (uit zijn midden) wordt benoemd. Echter (doch), indien de herziening geen betrekking heeft op (niet betreft) een arrest dat door de Hoge Raad in eerste aanleg is gewezen, kan de Hoge Raad dit onderzoek ook opdragen aan de rechter-commissaris die belast is met de behandeling van strafzaken, werkzaam bij een rechtbank die nog geen kennis heeft genomen van de zaak.

3. Het in het tweede lid bedoelde onderzoek wordt overeenkomstig de tweede tot en met de vijfde en de achtste afdeling van de Derde Titel van het Tweede Boek gevoerd. De getuigen worden beëdigd of wel overeenkomstig artikel 216, tweede lid, aangemaand. Indien het onderzoek geschiedt door een raadsheer-commissaris, geldt al hetgeen bepaald is over de rechtbank, de rechter-commissaris, de officier van justitie en de griffier, ten aanzien van de Hoge Raad, de raadsheer-commissaris, de procureur-generaal en de griffier van de Hoge Raad, behoudens dat de raadsheer-commissaris en de procureur-generaal zich bij het doorzoeken van plaatsen en bij een schouw kunnen doen vervangen door de rechter-commissaris en de officier van justitie in het arrondissement waarin de rechtbank is gelegen waar de doorzoeking of schouw moet plaatshebben. Artikel 172 is van overeenkomstige toepassing.

Dit betekent letterlijk: Het onderzoek waar in het tweede lid op wordt gedoeld (Het in het tweede lid bedoelde onderzoek), wordt gevoerd overeenkomstig de bepalingen van de tweede tot en met de vijfde afdeling, en de achtste afdeling, van de Derde Titel van het Tweede Boek. De getuigen worden beëdigd, ofwel zij worden aangemaand overeenkomstig artikel 216, tweede lid. Indien het onderzoek plaatsvindt (geschiedt) door een raadsheer-commissaris, dan geldt alles wat bepaald is over de rechtbank, de rechter-commissaris, de officier van justitie en de griffier, respectievelijk (ten aanzien van) voor de Hoge Raad, de raadsheer-commissaris, de procureur-generaal en de griffier van de Hoge Raad. Een uitzondering hierop (behoudens dat) is dat de raadsheer-commissaris en de procureur-generaal zich bij het doorzoeken van plaatsen en bij een schouw kunnen laten vervangen (zich kunnen doen vervangen) door de rechter-commissaris en de officier van justitie in het arrondissement waarin de rechtbank is gelegen waar de doorzoeking of schouw moet plaatshebben. Artikel 172 is op een vergelijkbare manier van toepassing (van overeenkomstige toepassing).

4. Na afloop van het onderzoek doet de raadsheer- of rechter-commissaris de stukken toekomen aan de Hoge Raad.

Dit betekent letterlijk: Na afloop van het onderzoek zorgt de raadsheer-commissaris of de rechter-commissaris ervoor dat de stukken bij de Hoge Raad terechtkomen (doet de stukken toekomen aan de Hoge Raad).

5. Aan de raadsman wordt een afschrift van de stukken van het onderzoek toegezonden.

Dit betekent letterlijk: Aan de raadsman wordt een afschrift (kopie) van de stukken van het onderzoek toegezonden.

6. Indien de procureur-generaal opnieuw een conclusie neemt is artikel 468, eerste en derde tot en met vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.

Dit betekent letterlijk: Indien de procureur-generaal opnieuw een conclusie neemt, is artikel 468, eerste en derde tot en met vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.