Artikel 468 (Conclusie PG, nader onderzoek, commentaar raadsman)
1. Op de terechtzitting van de enkelvoudige kamer, of op de terechtzitting van de meervoudige kamer wanneer de raadsman daar de herzieningsaanvraag mondeling heeft toegelicht, dan wel op een nadere terechtzitting neemt de procureur-generaal zijn conclusie, die hij aan de Hoge Raad overlegt.
2. Voorafgaand aan zijn conclusie kan de procureur-generaal ambtshalve een nader onderzoek instellen als bedoeld in de artikelen 461 en 463 alsmede een advies inwinnen bij de commissie als bedoeld in artikel 462. De artikelen 461, 462, eerste, derde en vierde lid, 463 en 464 zijn van overeenkomstige toepassing.
3. Nadat de procureur-generaal zijn conclusie heeft genomen wordt de dag voor de uitspraak bepaald.
4. Aan de raadsman wordt een afschrift van de conclusie toegezonden.
5. De raadsman kan binnen twee weken na verzending van het afschrift van de conclusie zijn schriftelijk commentaar daarop aan de Hoge Raad doen toekomen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Op de terechtzitting van de enkelvoudige kamer, of op de terechtzitting van de meervoudige kamer wanneer de raadsman daar de herzieningsaanvraag mondeling heeft toegelicht, dan wel op een nadere terechtzitting neemt de procureur-generaal zijn conclusie, die hij aan de Hoge Raad overlegt.
Dit betekent dat de procureur-generaal zijn conclusie neemt en aan de Hoge Raad voorlegt. Dit gebeurt ofwel op de terechtzitting van de enkelvoudige kamer, ofwel op de terechtzitting van de meervoudige kamer indien de raadsman de herzieningsaanvraag daar mondeling heeft toegelicht, of anders op een latere terechtzitting.
2. Voorafgaand aan zijn conclusie kan de procureur-generaal ambtshalve een nader onderzoek instellen als bedoeld in de artikelen 461 en 463 alsmede een advies inwinnen bij de commissie als bedoeld in artikel 462. De artikelen 461, 462, eerste, derde en vierde lid, 463 en 464 zijn van overeenkomstige toepassing.
Dit lid stelt dat de procureur-generaal, voordat hij zijn conclusie formuleert, uit eigen beweging (ambtshalve) een nader onderzoek kan starten zoals omschreven in de artikelen 461 en 463. Tevens kan hij advies inwinnen bij de commissie die in artikel 462 wordt genoemd. Hierbij zijn de bepalingen van de artikelen 461, 462 (specifiek het eerste, derde en vierde lid), 463 en 464 op een gelijkwaardige manier van toepassing.
3. Nadat de procureur-generaal zijn conclusie heeft genomen wordt de dag voor de uitspraak bepaald.
Dit betekent dat, nadat de procureur-generaal zijn conclusie heeft geformuleerd, de datum waarop de Hoge Raad uitspraak zal doen, wordt vastgesteld.
4. Aan de raadsman wordt een afschrift van de conclusie toegezonden.
Dit lid bepaalt dat de raadsman een kopie (afschrift) van de conclusie van de procureur-generaal zal ontvangen.
5. De raadsman kan binnen twee weken na verzending van het afschrift van de conclusie zijn schriftelijk commentaar daarop aan de Hoge Raad doen toekomen.
Dit betekent dat de raadsman de mogelijkheid heeft om, binnen een termijn van twee weken nadat het afschrift van de conclusie is verzonden, zijn schriftelijke reactie of opmerkingen (commentaar) over die conclusie aan de Hoge Raad te sturen.