Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Rechtsmiddelen
A. Gewone rechtsmiddelen
Titel VI. Intrekking en afstand van gewone rechtsmiddelen
Artikel 453

Artikel 453 (Intrekking en afstand gewone rechtsmiddelen)

Laatste versie

1. Uiterlijk tot den aanvang der behandeling van het beroep of bezwaarschrift kan degene door wien het rechtsmiddel is aangewend, dat intrekken. Deze intrekking brengt mede afstand van de bevoegdheid om het rechtsmiddel opnieuw aan te wenden.

2. In het geval de officier van justitie hoger beroep heeft ingesteld tegen een vonnis door de rechtbank als einduitspraak of in de loop van het onderzoek ter terechtzitting gegeven, is de advocaat-generaal tevens tot intrekking van het hoger beroep bevoegd. Van het gebruik van deze bevoegdheid doet de advocaat-generaal onverwijld mededeling aan de officier van justitie.

3. Eveneens kan afstand worden gedaan van de bevoegdheid om tegen eene bepaalde beslissing of handeling zeker rechtsmiddel aan te wenden.

Uitleg in duidelijke taal

1. Uiterlijk tot den aanvang der behandeling van het beroep of bezwaarschrift kan degene door wien het rechtsmiddel is aangewend, dat intrekken. Deze intrekking brengt mede afstand van de bevoegdheid om het rechtsmiddel opnieuw aan te wenden.

Dit lid betekent letterlijk dat degene die het rechtsmiddel heeft aangewend, dit uiterlijk tot de aanvang van de behandeling van het beroep of bezwaarschrift kan intrekken. Deze intrekking houdt tevens in dat afstand wordt gedaan van de bevoegdheid om het rechtsmiddel opnieuw aan te wenden.

2. In het geval de officier van justitie hoger beroep heeft ingesteld tegen een vonnis door de rechtbank als einduitspraak of in de loop van het onderzoek ter terechtzitting gegeven, is de advocaat-generaal tevens tot intrekking van het hoger beroep bevoegd. Van het gebruik van deze bevoegdheid doet de advocaat-generaal onverwijld mededeling aan de officier van justitie.

Dit lid betekent letterlijk: als de officier van justitie hoger beroep heeft ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank (zowel een einduitspraak als een beslissing genomen tijdens het onderzoek ter terechtzitting), dan is de advocaat-generaal ook bevoegd om dit hoger beroep in te trekken. De advocaat-generaal moet de officier van justitie onverwijld mededeling doen van het gebruik van deze bevoegdheid.

3. Eveneens kan afstand worden gedaan van de bevoegdheid om tegen eene bepaalde beslissing of handeling zeker rechtsmiddel aan te wenden.

Dit lid betekent letterlijk dat eveneens afstand kan worden gedaan van de bevoegdheid om tegen een bepaalde beslissing of handeling een zeker rechtsmiddel aan te wenden.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad291x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1252 - Hoge Raad stelt kaders voor procesafspraken in strafzaken

ECLI:NL:HR:2022:125227 september 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Procesafspraken zijn toegestaan, maar de rechter behoudt zijn zelfstandige verantwoordelijkheid. De rechter moet toetsen of de verdachte vrijwillig, geïnformeerd en ondubbelzinnig afstand doet van verdedigingsrechten, en is niet gebonden aan het voorstel als de uitkomst onredelijk is in verhouding tot de ernst van de zaak.

StrafrechtStrafprocesrecht, Europees Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad82x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:CA1610

ECLI:NL:HR:2013:CA161031 mei 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad48x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:960

ECLI:NL:HR:2013:96015 oktober 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad38x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP2709

ECLI:NL:HR:2011:BP270928 juni 2011Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad27x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:507 - Motiveringsplicht rechter bij onderbouwde verklaring herkomst geld in witwaszaak

ECLI:NL:HR:2018:50724 april 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een hof de onderbouwde en met stukken gestaafde verklaring van een verdachte over de legale herkomst van geld in een witwaszaak niet ongemotiveerd terzijde mag schuiven. Het oordeel dat de verklaring onvoldoende is, moet begrijpelijk zijn.

StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Strafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2185 - Uitleg 'kennelijk jonger dan 18 jaar': werkelijke leeftijd is doorslaggevend

ECLI:NL:HR:2016:218527 september 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor een veroordeling wegens kinderpornografie (art. 240b Sr) is de werkelijke leeftijd van de afgebeelde persoon doorslaggevend. Als vaststaat dat de persoon jonger is dan 18, is voldaan aan het bestanddeel 'kennelijk jonger', ook als die persoon er ouder uitziet.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2521 - Uitleg tenlastelegging en beperking hoger beroep: oordeel feitenrechter is leidend

ECLI:NL:HR:2016:25218 november 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De uitleg van een tenlastelegging is voorbehouden aan de feitenrechter. Als deze oordeelt dat geen sprake is van een (impliciet) cumulatieve tenlastelegging, maar van één feit, is een partiële intrekking van het hoger beroep niet mogelijk. Dit oordeel moet in cassatie worden gerespecteerd.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2526 - Uitleg tenlastelegging is beslissend voor omvang hoger beroep

ECLI:NL:HR:2016:25268 november 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De uitleg van een tenlastelegging is voorbehouden aan de feitenrechter. Diens oordeel dat een tenlastelegging niet cumulatief is, waardoor partiële intrekking van het hoger beroep niet mogelijk is, blijft in cassatie in stand zolang die uitleg niet onbegrijpelijk is.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:888

ECLI:NL:HR:2013:8888 oktober 2013Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BR1148

ECLI:NL:HR:2011:BR114827 september 2011Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten