Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Rechtsmiddelen
A. Gewone rechtsmiddelen
Titel V. Aanwenden van gewone rechtsmiddelen
Artikel 451

Artikel 451 (Administratieve afhandeling aanwenden rechtsmiddelen)

Laatste versie

1. Van iedere verklaring of inlevering, als bedoeld in de beide voorgaande artikelen, maakt de griffier eene akte op, die hij met dengene, die de verklaring aflegt of het bezwaarschrift inlevert, onderteekent. Indien deze niet kan teekenen, wordt de oorzaak van het beletsel in de akte vermeld. De griffier vraagt aan degene die de verklaring aflegt, naar het adres in Nederland waaraan de dagvaarding of oproeping voor de terechtzitting kan worden toegezonden.

2. De schriftelijke volmacht in het eerste lid van het voorgaande artikel bedoeld, of, zoo zij voor een notaris in minuut is verleden, een authentiek afschrift daarvan, wordt aan de akte gehecht.

3. Is hoger beroep of beroep in cassatie gedaan bij aangetekende brief, zo tekent de griffier onverwijld dag en uur van ontvangst op de brief aan.

4. De akte of de aangeteekende brief wordt bij de processtukken gevoegd.

5. Van ieder aangewend rechtsmiddel wordt dadelijk aanteekening gedaan in een daartoe bestemd, op de griffie berustend register hetwelk door de belanghebbenden kan worden ingezien.

Uitleg in duidelijke taal

1. Van iedere verklaring of inlevering, als bedoeld in de beide voorgaande artikelen, maakt de griffier eene akte op, die hij met dengene, die de verklaring aflegt of het bezwaarschrift inlevert, onderteekent. Indien deze niet kan teekenen, wordt de oorzaak van het beletsel in de akte vermeld. De griffier vraagt aan degene die de verklaring aflegt, naar het adres in Nederland waaraan de dagvaarding of oproeping voor de terechtzitting kan worden toegezonden.

Dit betekent letterlijk: De griffier stelt een officiële akte op van elke verklaring (zoals het instellen van een rechtsmiddel) of van elke inlevering (zoals een bezwaarschrift), zoals bedoeld in de twee direct voorgaande wetsartikelen. De griffier ondertekent deze akte samen met de persoon die de verklaring aflegt of het bezwaarschrift inlevert. Als deze persoon niet kan ondertekenen, wordt de reden waarom dit niet mogelijk is (de oorzaak van het beletsel) in de akte opgetekend. De griffier vraagt aan de persoon die de verklaring aflegt om een adres in Nederland op te geven, zodat de dagvaarding of de oproeping voor de terechtzitting daarheen kan worden verzonden.

2. De schriftelijke volmacht in het eerste lid van het voorgaande artikel bedoeld, of, zoo zij voor een notaris in minuut is verleden, een authentiek afschrift daarvan, wordt aan de akte gehecht.

Dit betekent letterlijk: De schriftelijke volmacht waarnaar verwezen wordt in het eerste lid van het voorgaande artikel (artikel 450), wordt aan de opgestelde akte toegevoegd. Als deze volmacht officieel door een notaris is opgemaakt en in diens protocol is opgenomen (in minuut is verleden), dan wordt een gewaarmerkt afschrift (authentiek afschrift) van die volmacht aan de akte gehecht.

3. Is hoger beroep of beroep in cassatie gedaan bij aangetekende brief, zo tekent de griffier onverwijld dag en uur van ontvangst op de brief aan.

Dit betekent letterlijk: Wanneer hoger beroep of beroep in cassatie wordt ingesteld door middel van een aangetekende brief, dan noteert de griffier direct (onverwijld) de datum en het tijdstip van ontvangst op die brief.

4. De akte of de aangeteekende brief wordt bij de processtukken gevoegd.

Dit betekent letterlijk: De opgemaakte akte of de ontvangen aangetekende brief wordt toegevoegd aan de verzameling van documenten die betrekking hebben op de rechtszaak (de processtukken).

5. Van ieder aangewend rechtsmiddel wordt dadelijk aanteekening gedaan in een daartoe bestemd, op de griffie berustend register hetwelk door de belanghebbenden kan worden ingezien.

Dit betekent letterlijk: Van elk rechtsmiddel dat wordt ingezet (aangewend), wordt onmiddellijk een aantekening gemaakt in een speciaal daarvoor bedoeld register. Dit register bevindt zich op de griffie en kan worden ingezien door personen die daarbij een gerechtvaardigd belang hebben (de belanghebbenden).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad229x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AD5163

ECLI:NL:HR:2002:AD516312 maart 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad82x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BJ7810

ECLI:NL:HR:2009:BJ781022 december 2009Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad38x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP2709

ECLI:NL:HR:2011:BP270928 juni 2011Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad38x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1978:AC6373

ECLI:NL:HR:1978:AC637324 oktober 1978Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:231

ECLI:NL:HR:2014:2314 februari 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2411

ECLI:NL:HR:2017:241119 september 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AB0259

ECLI:NL:HR:2001:AB025927 februari 2001Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:308

ECLI:NL:HR:2019:3085 maart 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1469 - Oproeping per post naar EU-buitenland: geen strijd met Unierecht

ECLI:NL:HR:2022:146918 oktober 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het Unierecht, specifiek Richtlijnen 2012/13/EU en 2016/343, stelt geen specifieke eisen aan de wijze van betekening van een oproeping in hoger beroep. Verzending per gewone post naar een bekend adres in het buitenland, conform de Nederlandse wet, is daarom toegestaan.

StrafrechtStrafprocesrecht, Europees Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:173

ECLI:NL:HR:2019:1735 februari 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak