Artikel 440 (Afdoening cassatieberoep door Hoge Raad)
1. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet ontvankelijk, verwerpt het beroep of vernietigt het vonnis of arrest geheel of gedeeltelijk, hetzij op de aangevoerde, hetzij op andere gronden.
2. Indien de bestreden uitspraak wordt vernietigd, doet de Hoge Raad de zaak zelf af indien dit mogelijk is zonder in een nieuw onderzoek naar de feiten te treden.De Hoge Raad kan na vernietiging van de bestreden uitspraak de zaak – teneinde met inachtneming van de uitspraak van de Hoge Raad opnieuw, dan wel verder te worden berecht en afgedaan – terugwijzen naar de rechter die haar heeft gewezen, dan wel verwijzen:
a. wanneer de vernietigde uitspraak was gedaan door een rechtbank, naar het gerechtshof van het ressort; b. wanneer de vernietigde uitspraak was gedaan door een gerechtshof, naar een ander gerechtshof.
3. De beslissing dat het beroep in cassatie niet ontvankelijk wordt verklaard kan in het geval niet tijdig een schriftuur is ingediend houdende middelen van cassatie door de enkelvoudige kamer worden gegeven.
Uitleg in duidelijke taal
1. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet ontvankelijk, verwerpt het beroep of vernietigt het vonnis of arrest geheel of gedeeltelijk, hetzij op de aangevoerde, hetzij op andere gronden.
Dit betekent dat de Hoge Raad verschillende beslissingen kan nemen over een beroep in cassatie. De Hoge Raad kan het beroep niet-ontvankelijk verklaren, het beroep verwerpen, of het vonnis of arrest geheel of gedeeltelijk vernietigen. Deze beslissing wordt genomen hetzij op basis van de gronden die in het beroep zijn aangevoerd, hetzij op basis van andere gronden.
2. Indien de bestreden uitspraak wordt vernietigd, doet de Hoge Raad de zaak zelf af indien dit mogelijk is zonder in een nieuw onderzoek naar de feiten te treden.De Hoge Raad kan na vernietiging van de bestreden uitspraak de zaak – teneinde met inachtneming van de uitspraak van de Hoge Raad opnieuw, dan wel verder te worden berecht en afgedaan – terugwijzen naar de rechter die haar heeft gewezen, dan wel verwijzen:
Dit lid beschrijft de vervolgstappen indien de Hoge Raad de bestreden uitspraak vernietigt. Als een nieuw onderzoek naar de feiten niet nodig is (zonder in een nieuw onderzoek naar de feiten te treden), kan de Hoge Raad de zaak zelf afdoen. Anders kan de Hoge Raad, na vernietiging van de bestreden uitspraak, de zaak terugwijzen naar de rechter die haar heeft gewezen, of verwijzen naar een andere rechterlijke instantie. Dit gebeurt opdat (teneinde) de zaak, met inachtneming van de uitspraak van de Hoge Raad, opnieuw of verder kan worden berecht en afgedaan.
a. wanneer de vernietigde uitspraak was gedaan door een rechtbank, naar het gerechtshof van het ressort;
Dit betekent dat wanneer de vernietigde uitspraak oorspronkelijk door een rechtbank is gedaan, de Hoge Raad de zaak kan verwijzen naar het gerechtshof van het betreffende ressort.
b. wanneer de vernietigde uitspraak was gedaan door een gerechtshof, naar een ander gerechtshof.
Dit betekent dat wanneer de vernietigde uitspraak oorspronkelijk door een gerechtshof is gedaan, de Hoge Raad de zaak kan verwijzen naar een ander gerechtshof.
3. De beslissing dat het beroep in cassatie niet ontvankelijk wordt verklaard kan in het geval niet tijdig een schriftuur is ingediend houdende middelen van cassatie door de enkelvoudige kamer worden gegeven.
Dit lid stelt dat de enkelvoudige kamer van de Hoge Raad de beslissing kan nemen om het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. Dit kan gebeuren indien er niet tijdig een schriftuur (een officieel document) is ingediend waarin de middelen van cassatie (de gronden voor het beroep) zijn opgenomen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:3474
ECLI:NL:HR:2014:1496
ECLI:NL:HR:2009:BI7099
ECLI:NL:HR:2010:BK6148
ECLI:NL:HR:2012:BX0146
ECLI:NL:HR:2017:1111 - Hoge Raad verruimt criteria voor eendaadse samenloop en voortgezette handeling
De Hoge Raad verruimt de criteria voor eendaadse samenloop en de voortgezette handeling. De focus verschuift van de juridische strekking van delicten naar de feitelijke samenhang van de gedragingen en de vraag of de verdachte in wezen één verwijt wordt gemaakt.
ECLI:NL:HR:2014:702
ECLI:NL:HR:2019:1465 - Woninginbraak en emotionele waarde: niet automatisch recht op smartengeld
De Hoge Raad oordeelt dat voor toekenning van immateriële schade na een woninginbraak meer nodig is dan de inbreuk op privacy en het verlies van goederen met emotionele waarde. Er moet sprake zijn van een concreet onderbouwde 'aantasting in de persoon'.
ECLI:NL:HR:2014:3095
ECLI:NL:HR:2023:414 - Proceskosten benadeelde partij: geen vergoeding reiskosten bij bijstand door advocaat
De Hoge Raad oordeelt dat een benadeelde partij die in het strafproces wordt bijgestaan door een advocaat, geen aanspraak kan maken op vergoeding van de eigen reis- en verblijfkosten. De regeling voor proceskosten uit het burgerlijk procesrecht wordt analoog toegepast.