Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemeene bepalingen
Titel III. De raadsman
Eerste afdeling. Optreden raadsman
Artikel 44

Artikel 44 (Vervanging en waarneming raadsman)

Laatste versie

1. Bij verhindering of ontstentenis van de aangewezen raadsman treft deze een voorziening voor zijn waarneming; indien blijkt dat dit niet is geschied, wordt zo nodig voor de verdachte onverwijld een andere raadsman aangewezen.

2. Blijkt van de verhindering of ontstentenis van de aangewezen raadsman pas op de terechtzitting, dan geeft de voorzitter last tot aanwijzing van een andere raadsman.

3. Op verzoek van de aangewezen raadsman of van de verdachte kan een andere raadsman worden aangewezen.

4. Aanwijzing van een andere raadsman geschiedt door het bestuur van de raad voor rechtsbijstand die de te vervangen raadsman heeft aangewezen. In geval de raadsman is aangewezen op last van een rechterlijke autoriteit, geschiedt de vervanging door het bestuur van de raad voor rechtsbijstand met een afschrift van die vervanging aan de autoriteit die de last gaf.

Uitleg in duidelijke taal

1. Bij verhindering of ontstentenis van de aangewezen raadsman treft deze een voorziening voor zijn waarneming; indien blijkt dat dit niet is geschied, wordt zo nodig voor de verdachte onverwijld een andere raadsman aangewezen.

Dit lid bepaalt dat wanneer de aangewezen raadsman verhinderd is of afwezig is (ontstentenis), deze raadsman zelf een regeling (voorziening) moet treffen voor zijn waarneming. Indien duidelijk wordt dat de raadsman dit niet heeft gedaan, wordt, als dat nodig is, voor de verdachte direct (onverwijld) een andere raadsman aangewezen.

2. Blijkt van de verhindering of ontstentenis van de aangewezen raadsman pas op de terechtzitting, dan geeft de voorzitter last tot aanwijzing van een andere raadsman.

Dit lid stelt dat indien pas op de terechtzitting blijkt dat de aangewezen raadsman verhinderd is of afwezig is (ontstentenis), de voorzitter opdracht (last) geeft voor de aanwijzing van een andere raadsman.

3. Op verzoek van de aangewezen raadsman of van de verdachte kan een andere raadsman worden aangewezen.

Dit lid geeft aan dat op verzoek van de aangewezen raadsman of van de verdachte een andere raadsman kan worden aangewezen.

4. Aanwijzing van een andere raadsman geschiedt door het bestuur van de raad voor rechtsbijstand die de te vervangen raadsman heeft aangewezen. In geval de raadsman is aangewezen op last van een rechterlijke autoriteit, geschiedt de vervanging door het bestuur van de raad voor rechtsbijstand met een afschrift van die vervanging aan de autoriteit die de last gaf.

Dit lid legt uit dat de aanwijzing van een andere raadsman gebeurt door het bestuur van de raad voor rechtsbijstand die de oorspronkelijke, te vervangen raadsman heeft aangewezen. Als de raadsman was aangewezen op last van een rechterlijke autoriteit, dan vindt de vervanging plaats door het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, en wordt een kopie (afschrift) van die vervanging gestuurd aan de autoriteit die de last gaf.