Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Rechtsmiddelen
A. Gewone rechtsmiddelen
Titel II. Hooger beroep van uitspraken
Artikel 420

Artikel 420 (Onderzoek Rechter-Commissaris Raadsheer-Commissaris hoger beroep)

Laatste versie

1. In de gevallen van de artikelen 295, 316 en 347 wordt het onderzoek gevoerd door een rechter-commissaris in de rechtbank die in eerste aanleg heeft gevonnist dan wel een raadsheer-commissaris bij het gerechtshof waar de zaak aanhangig is.

2. Het onderzoek door rechter- of raadsheer-commissaris, bedoeld in het eerste lid wordt overeenkomstig de tweede tot en met de vijfde en de zevende afdeling van de Derde Titel van het Tweede Boek gevoerd. Bij het onderzoek door de raadsheer-commissaris is de Tweede Titel van het Tweede Boek van overeenkomstige toepassing.

3. Indien het onderzoek geschiedt door een raadsheer-commissaris, geldt al hetgeen bepaald is omtrent de rechtbank, de rechter-commissaris, de officier van justitie en de griffier, ten aanzien van het gerechtshof, de raadsheer-commissaris, de advocaat-generaal en de griffier van het gerechtshof.

4. Na afloop van het onderzoek doet de rechter- of raadsheer-commissaris de stukken aan het gerechtshof toekomen.

Uitleg in duidelijke taal

1. In de gevallen van de artikelen 295, 316 en 347 wordt het onderzoek gevoerd door een rechter-commissaris in de rechtbank die in eerste aanleg heeft gevonnist dan wel een raadsheer-commissaris bij het gerechtshof waar de zaak aanhangig is.

Dit lid bepaalt dat in de situaties die zijn omschreven in de artikelen 295, 316 en 347, het onderzoek wordt uitgevoerd door een rechter-commissaris. Deze rechter-commissaris is verbonden aan de rechtbank die de oorspronkelijke uitspraak (in eerste aanleg) heeft gedaan. Als alternatief kan het onderzoek worden gevoerd door een raadsheer-commissaris bij het gerechtshof waar de zaak op dat moment in behandeling is (aanhangig is).

2. Het onderzoek door rechter- of raadsheer-commissaris, bedoeld in het eerste lid wordt overeenkomstig de tweede tot en met de vijfde en de zevende afdeling van de Derde Titel van het Tweede Boek gevoerd. Bij het onderzoek door de raadsheer-commissaris is de Tweede Titel van het Tweede Boek van overeenkomstige toepassing.

Dit lid stelt dat het onderzoek dat wordt uitgevoerd door de rechter-commissaris of de raadsheer-commissaris, zoals vermeld in het eerste lid, moet plaatsvinden volgens de procedures die zijn vastgelegd in de tweede tot en met de vijfde en de zevende afdeling van de Derde Titel van het Tweede Boek (van het Wetboek van Strafvordering). Wanneer het onderzoek wordt verricht door de raadsheer-commissaris, zijn de bepalingen van de Tweede Titel van het Tweede Boek eveneens op een vergelijkbare manier van toepassing.

3. Indien het onderzoek geschiedt door een raadsheer-commissaris, geldt al hetgeen bepaald is omtrent de rechtbank, de rechter-commissaris, de officier van justitie en de griffier, ten aanzien van het gerechtshof, de raadsheer-commissaris, de advocaat-generaal en de griffier van het gerechtshof.

Dit lid verduidelijkt dat, als het onderzoek wordt uitgevoerd door een raadsheer-commissaris, alle bepalingen die gelden voor de rechtbank, de rechter-commissaris, de officier van justitie en de griffier, op een overeenkomstige wijze van toepassing zijn op respectievelijk het gerechtshof, de raadsheer-commissaris, de advocaat-generaal en de griffier van het gerechtshof.

4. Na afloop van het onderzoek doet de rechter- of raadsheer-commissaris de stukken aan het gerechtshof toekomen.

Dit lid schrijft voor dat, nadat het onderzoek is voltooid, de rechter-commissaris of de raadsheer-commissaris de relevante documenten (de stukken) moet overhandigen aan het gerechtshof.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad348x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:576

ECLI:NL:HR:2021:57620 april 2021Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad37x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1072

ECLI:NL:HR:2020:107223 juni 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:2468

ECLI:NL:HR:2015:24688 september 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1570

ECLI:NL:HR:2014:15701 juli 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1568

ECLI:NL:HR:2014:15681 juli 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BX4101

ECLI:NL:HR:2012:BX410111 september 2012Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BJ8674

ECLI:NL:HR:2010:BJ86742 februari 2010Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:21

ECLI:NL:HR:2018:219 januari 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BJ8641

ECLI:NL:HR:2010:BJ86412 februari 2010Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2014:1567

ECLI:NL:HR:2014:15671 juli 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak