Artikel 418 (Weigeringsgronden oproeping getuigen hoger beroep)
1. De oproeping van niet verschenen getuigen kan worden geweigerd in de gevallen, genoemd in artikel 288.
2. In het geval de berechting in eerste aanleg op tegenspraak heeft plaatsgevonden, kan oproeping ook worden geweigerd indien de getuige of deskundige ter terechtzitting in eerste aanleg dan wel door de rechter-commissaris is gehoord en het gerechtshof horen ter terechtzitting niet noodzakelijk oordeelt.
3. Indien de verdachte hoger beroep heeft ingesteld kan oproeping van een niet bij schriftuur door de verdachte opgegeven getuige of deskundige worden geweigerd indien horen ter terechtzitting niet noodzakelijk is te achten.
Uitleg in duidelijke taal
1. De oproeping van niet verschenen getuigen kan worden geweigerd in de gevallen, genoemd in artikel 288.
Dit lid bepaalt dat de oproeping van getuigen die niet op de zitting zijn verschenen, kan worden geweigerd onder de specifieke omstandigheden zoals omschreven in artikel 288 van het Wetboek van Strafvordering.
2. In het geval de berechting in eerste aanleg op tegenspraak heeft plaatsgevonden, kan oproeping ook worden geweigerd indien de getuige of deskundige ter terechtzitting in eerste aanleg dan wel door de rechter-commissaris is gehoord en het gerechtshof horen ter terechtzitting niet noodzakelijk oordeelt.
Dit lid specificeert dat, wanneer de rechtszaak in de eerste behandeling (eerste aanleg) heeft plaatsgevonden met een verdediging van de verdachte (op tegenspraak), de oproeping van een getuige of deskundige ook kan worden geweigerd. Dit is toegestaan als deze getuige of deskundige al tijdens de zitting in eerste aanleg of door de rechter-commissaris is gehoord, en het gerechtshof het niet nodig (noodzakelijk) vindt om hen opnieuw op de zitting te horen.
3. Indien de verdachte hoger beroep heeft ingesteld kan oproeping van een niet bij schriftuur door de verdachte opgegeven getuige of deskundige worden geweigerd indien horen ter terechtzitting niet noodzakelijk is te achten.
Dit lid stelt dat, als de verdachte zelf hoger beroep heeft aangetekend, de oproeping van een getuige of deskundige die niet door de verdachte schriftelijk (bij schriftuur, een formeel document) is opgegeven, kan worden geweigerd. De voorwaarde hiervoor is dat het gerechtshof het horen van deze getuige of deskundige tijdens de zitting niet noodzakelijk acht.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2007:AZ1702
ECLI:NL:HR:2010:BN2370
ECLI:NL:HR:2014:653
ECLI:NL:HR:2008:BC5977
ECLI:NL:HR:2012:BW9036
ECLI:NL:HR:2017:2324
ECLI:NL:HR:2011:BO1584
ECLI:NL:HR:2019:1485 - Onjuiste maatstaf bij afwijzing getuigenverzoek: verdedigingsbelang versus noodzaakcriterium
Het hof paste ten onrechte het noodzaakcriterium toe op een getuigenverzoek. Omdat het Openbaar Ministerie in hoger beroep was gegaan en het verzoek tijdig was ingediend, had het verdedigingsbelang als maatstaf moeten gelden. De afwijzing was daardoor onvoldoende gemotiveerd.