Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Rechtsmiddelen
A. Gewone rechtsmiddelen
Titel II. Hooger beroep van uitspraken
Artikel 416

Artikel 416 (Mondelinge toelichting en niet-ontvankelijkheid hoger beroep)

Laatste versie

1. Ingeval hoger beroep is ingesteld door de officier van justitie, geeft de advocaat-generaal bij gelegenheid van de voordracht der zaak mondeling een toelichting op de bezwaren tegen het vonnis. De advocaat-generaal geeft in voorkomende gevallen tevens op waarom door de officier van justitie geen schriftuur houdende grieven is ingediend. Na de voordracht van de advocaat-generaal wordt de verdachte die hoger beroep heeft ingesteld, in de gelegenheid gesteld zijn bezwaren tegen het vonnis op te geven.

2. Indien de verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend noch mondeling bezwaren tegen het vonnis opgeeft, kan het door de verdachte ingestelde hoger beroep zonder onderzoek van de zaak zelf niet-ontvankelijk worden verklaard.

3. Indien van de zijde van het openbaar ministerie geen schriftuur houdende grieven, als bedoeld in artikel 410, eerste lid, is ingediend, kan het door de officier van justitie ingestelde hoger beroep zonder onderzoek van de zaak zelf niet-ontvankelijk worden verklaard.

Uitleg in duidelijke taal

1. Ingeval hoger beroep is ingesteld door de officier van justitie, geeft de advocaat-generaal bij gelegenheid van de voordracht der zaak mondeling een toelichting op de bezwaren tegen het vonnis. De advocaat-generaal geeft in voorkomende gevallen tevens op waarom door de officier van justitie geen schriftuur houdende grieven is ingediend. Na de voordracht van de advocaat-generaal wordt de verdachte die hoger beroep heeft ingesteld, in de gelegenheid gesteld zijn bezwaren tegen het vonnis op te geven.

Dit betekent dat wanneer de officier van justitie hoger beroep heeft ingesteld, de advocaat-generaal tijdens de presentatie van de zaak (voordracht der zaak) mondeling uitleg (een toelichting) geeft over de bezwaren tegen het vonnis. Indien van toepassing (in voorkomende gevallen), geeft de advocaat-generaal ook aan waarom de officier van justitie geen schriftelijk stuk met grieven (schriftuur houdende grieven) heeft ingediend. Na de voordracht van de advocaat-generaal wordt de verdachte die hoger beroep heeft ingesteld, in de gelegenheid gesteld zijn bezwaren tegen het vonnis kenbaar te maken (op te geven).

2. Indien de verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend noch mondeling bezwaren tegen het vonnis opgeeft, kan het door de verdachte ingestelde hoger beroep zonder onderzoek van de zaak zelf niet-ontvankelijk worden verklaard.

Dit houdt in dat als de verdachte geen schriftelijk stuk met grieven (schriftuur houdende grieven) heeft ingediend en ook niet mondeling bezwaren tegen het vonnis naar voren brengt (opgeeft), het hoger beroep dat door de verdachte is ingesteld, niet-ontvankelijk kan worden verklaard zonder dat de zaak inhoudelijk wordt onderzocht (zonder onderzoek van de zaak zelf).

3. Indien van de zijde van het openbaar ministerie geen schriftuur houdende grieven, als bedoeld in artikel 410, eerste lid, is ingediend, kan het door de officier van justitie ingestelde hoger beroep zonder onderzoek van de zaak zelf niet-ontvankelijk worden verklaard.

Dit bepaalt dat als het openbaar ministerie (van de zijde van het openbaar ministerie) geen schriftelijk stuk met grieven (schriftuur houdende grieven), zoals omschreven in artikel 410, eerste lid, heeft ingediend, het hoger beroep dat door de officier van justitie is ingesteld, niet-ontvankelijk kan worden verklaard zonder dat de zaak inhoudelijk wordt onderzocht (zonder onderzoek van de zaak zelf).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad38x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP2709

ECLI:NL:HR:2011:BP270928 juni 2011Dit wetsartikel wordt 13 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad43x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ3924

ECLI:NL:HR:2013:BZ392419 maart 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BK0910

ECLI:NL:HR:2010:BK09102 februari 2010Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:338 - Combinatie Contactverbod en Precisie Gebiedsverbod: Cumulatie Maatregel en Voorwaarde Toegestaan

ECLI:NL:HR:2019:33812 maart 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een contactverbod gelijktijdig als vrijheidsbeperkende maatregel (art. 38v Sr) en als bijzondere voorwaarde (art. 14c Sr) kan worden opgelegd. Een gebiedsverbod dat verwijst naar een onbekend adres is echter nietig wegens onvoldoende precisie.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:585

ECLI:NL:HR:2013:5853 september 2013Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2002 - Uitleg begrip 'grieven' en motiveringseisen bij bewezenverklaring hennepteelt

ECLI:NL:HR:2018:200230 oktober 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een 'grief' ex art. 410 Sv kan ook een andere grond zijn dan een bezwaar tegen het vonnis. De Hoge Raad oordeelt tevens dat een bewezenverklaring voor hennepteelt niet zonder meer uit de bewijsvoering mag worden afgeleid; de uitspraak moet naar de eis der wet met redenen zijn omkleed.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1293

ECLI:NL:HR:2017:129311 juli 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1199

ECLI:NL:HR:2016:119914 juni 2016Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3320

ECLI:NL:HR:2015:332017 november 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:15

ECLI:NL:HR:2013:1525 juni 2013Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak