Artikel 381 (Afstand van rechtsmiddelen ter terechtzitting)
1. Zowel de officier van justitie als de verdachte kunnen na de mededeling betreffende het rechtsmiddel dat tegen het vonnis openstaat, ter terechtzitting afstand doen van de bevoegdheid om dat rechtsmiddel aan te wenden. Op zijn recht daartoe wordt de verdachte opmerkzaam gemaakt.
2. Afstand ter terechtzitting van rechtsmiddelen wordt in het proces-verbaal dier terechtzitting vermeld.
3. Indien het opmaken van het proces-verbaal van de terechtzitting achterwege is gebleven, geschiedt de vermelding, dat afstand van rechtsmiddelen is gedaan, in de aantekening, bedoeld in artikel 378a, eerste lid.
Uitleg in duidelijke taal
1. Zowel de officier van justitie als de verdachte kunnen na de mededeling betreffende het rechtsmiddel dat tegen het vonnis openstaat, ter terechtzitting afstand doen van de bevoegdheid om dat rechtsmiddel aan te wenden. Op zijn recht daartoe wordt de verdachte opmerkzaam gemaakt.
Dit lid bepaalt dat zowel de officier van justitie als de verdachte, na de mededeling over het rechtsmiddel dat tegen het vonnis openstaat, ter terechtzitting afstand kunnen doen van de bevoegdheid om dat rechtsmiddel aan te wenden. De verdachte wordt op zijn recht daartoe opmerkzaam gemaakt.
2. Afstand ter terechtzitting van rechtsmiddelen wordt in het proces-verbaal dier terechtzitting vermeld.
Dit lid geeft aan dat als er ter terechtzitting afstand wordt gedaan van rechtsmiddelen, dit moet worden vermeld in het proces-verbaal van die terechtzitting.
3. Indien het opmaken van het proces-verbaal van de terechtzitting achterwege is gebleven, geschiedt de vermelding, dat afstand van rechtsmiddelen is gedaan, in de aantekening, bedoeld in artikel 378a, eerste lid.
Dit lid schrijft voor dat indien het opmaken van het proces-verbaal van de terechtzitting achterwege is gebleven, de vermelding dat afstand van rechtsmiddelen is gedaan, geschiedt in de aantekening die bedoeld is in artikel 378a, eerste lid.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2022:1252 - Hoge Raad stelt kaders voor procesafspraken in strafzaken
Procesafspraken zijn toegestaan, maar de rechter behoudt zijn zelfstandige verantwoordelijkheid. De rechter moet toetsen of de verdachte vrijwillig, geïnformeerd en ondubbelzinnig afstand doet van verdedigingsrechten, en is niet gebonden aan het voorstel als de uitkomst onredelijk is in verhouding tot de ernst van de zaak.