Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VII. Bijzondere bepalingen voor het rechtsgeding voor de politierechter
Artikel 377

Artikel 377 (Voortzetting zaak na verwijzing politierechter)

Laatste versie

1. Bij toepassing van artikel 369, tweede lid, wordt de zaak op de bestaande telastlegging voor de meervoudige kamer aanhangig gemaakt door aanzegging of oproeping van de verdachte vanwege de officier van justitie tegen de dag van de nadere terechtzitting. De artikelen 260, tweede lid, 263 en 265 zijn van toepassing.

2. De zaak wordt op de gewone wijze voortgezet, met dien verstande dat de beraadslaging bedoeld in de artikelen 348 en 350, mede geschiedt naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting voor de politierechter, zoals dit volgens het proces-verbaal van die terechtzitting heeft plaats gehad. Artikel 322, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

3. De rechtbank beveelt dat het onderzoek op de terechtzitting opnieuw wordt aangevangen, tenzij de officier van justitie en de verdachte instemmen met hervatting in de stand waarin het onderzoek zich op het tijdstip van de verwijzing bevond.

Uitleg in duidelijke taal

1. Bij toepassing van artikel 369, tweede lid, wordt de zaak op de bestaande telastlegging voor de meervoudige kamer aanhangig gemaakt door aanzegging of oproeping van de verdachte vanwege de officier van justitie tegen de dag van de nadere terechtzitting. De artikelen 260, tweede lid, 263 en 265 zijn van toepassing.

Dit betekent letterlijk: Wanneer artikel 369, tweede lid, wordt toegepast, wordt de zaak met de huidige telastlegging officieel bij de meervoudige kamer gebracht (aanhangig gemaakt). Dit gebeurt doordat de officier van justitie de verdachte een aanzegging stuurt of oproept voor de dag van de nadere terechtzitting. De bepalingen van de artikelen 260, tweede lid, 263 en 265 zijn hierbij van toepassing.

2. De zaak wordt op de gewone wijze voortgezet, met dien verstande dat de beraadslaging bedoeld in de artikelen 348 en 350, mede geschiedt naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting voor de politierechter, zoals dit volgens het proces-verbaal van die terechtzitting heeft plaats gehad. Artikel 322, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Dit houdt in dat de zaak op de gebruikelijke manier wordt voortgezet. Daarbij geldt dat de beraadslaging zoals genoemd in de artikelen 348 en 350, ook plaatsvindt op basis van het onderzoek op de terechtzitting die voor de politierechter is gehouden. Dit onderzoek wordt beoordeeld zoals het is vastgelegd in het proces-verbaal van die zitting. Artikel 322, vierde lid, is op een vergelijkbare manier van toepassing.

3. De rechtbank beveelt dat het onderzoek op de terechtzitting opnieuw wordt aangevangen, tenzij de officier van justitie en de verdachte instemmen met hervatting in de stand waarin het onderzoek zich op het tijdstip van de verwijzing bevond.

Dit betekent dat de rechtbank zal bevelen dat het onderzoek op de terechtzitting helemaal opnieuw moet beginnen. Een uitzondering hierop is als zowel de officier van justitie als de verdachte ermee instemmen om het onderzoek te hervatten vanaf het punt waar het was op het moment dat de zaak werd verwezen (hervatting in de stand waarin het onderzoek zich op het tijdstip van de verwijzing bevond).