Artikel 375 (Snelrecht dagvaarding politierechter)
1. Indien de verdachte overeenkomstig artikel 53 is aangehouden en aan de officier van justitie is voorgeleid, kan hij worden gedagvaard om voor de politierechter te verschijnen en nog diezelfde dag ter terechtzitting worden geleid. Artikel 279 en de termijn bedoeld in artikel 370 blijven in dit geval buiten toepassing.
2. Na aanhouding van de verdachte ingevolge artikel 53 door een opsporingsambtenaar, kunnen door die ambtenaar mondeling getuigen worden uitgenodigd om te verschijnen voor de officier van justitie of de hulpofficier van justitie, aan wie de verdachte wordt voorgeleid.
3. Indien de verdachte op de wijze bedoeld in het eerste lid is gedagvaard, kan de dagvaarding, in afwijking van artikel 261, eerste lid, bestaan in een korte aanduiding van het telastegelegde feit.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien de verdachte overeenkomstig artikel 53 is aangehouden en aan de officier van justitie is voorgeleid, kan hij worden gedagvaard om voor de politierechter te verschijnen en nog diezelfde dag ter terechtzitting worden geleid. Artikel 279 en de termijn bedoeld in artikel 370 blijven in dit geval buiten toepassing.
Dit betekent dat indien de verdachte overeenkomstig artikel 53 is aangehouden en aan de officier van justitie is voorgeleid, hij gedagvaard kan worden om voor de politierechter te verschijnen en nog diezelfde dag ter terechtzitting kan worden geleid. Artikel 279 en de termijn die in artikel 370 wordt bedoeld, blijven in dit specifieke geval buiten toepassing.
2. Na aanhouding van de verdachte ingevolge artikel 53 door een opsporingsambtenaar, kunnen door die ambtenaar mondeling getuigen worden uitgenodigd om te verschijnen voor de officier van justitie of de hulpofficier van justitie, aan wie de verdachte wordt voorgeleid.
Dit houdt in dat nadat een opsporingsambtenaar de verdachte heeft aangehouden op grond van artikel 53, deze opsporingsambtenaar getuigen mondeling kan uitnodigen om te verschijnen voor de officier van justitie of de hulpofficier van justitie, aan wie de verdachte wordt voorgeleid.
3. Indien de verdachte op de wijze bedoeld in het eerste lid is gedagvaard, kan de dagvaarding, in afwijking van artikel 261, eerste lid, bestaan in een korte aanduiding van het telastegelegde feit.
Dit betekent dat als de verdachte is gedagvaard op de wijze zoals bedoeld in het eerste lid, de dagvaarding, in afwijking van artikel 261, eerste lid, mag bestaan uit een korte aanduiding van het feit dat ten laste wordt gelegd.