Artikel 36b (Wijzen kennisgeving gerechtelijke mededelingen natuurlijke personen)
1. De kennisgeving van gerechtelijke mededelingen aan natuurlijke personen, als voorzien in dit wetboek en het Wetboek van Strafrecht, geschiedt door:
a. betekening; b. toezending; c. mondelinge mededeling.
2. Betekening van een gerechtelijke mededeling geschiedt door middel van uitreiking of elektronische overdracht, op de bij de wet voorziene wijze. Indien betekening door elektronische overdracht niet of niet binnen een redelijke termijn mogelijk is, geschiedt betekening door uitreiking.
3. Toezending geschiedt door aflevering van een gewone of aangetekende brief door een postvervoerbedrijf als bedoeld in de Postwet 2009 dan wel door een hiertoe bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen dienst of andere instelling van vervoer, dan wel door elektronische overdracht, op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaalde wijze.
4. Een mondelinge mededeling wordt zo spoedig mogelijk in een proces-verbaal of op andere wijze schriftelijk vastgelegd.
Uitleg in duidelijke taal
1. De kennisgeving van gerechtelijke mededelingen aan natuurlijke personen, als voorzien in dit wetboek en het Wetboek van Strafrecht, geschiedt door:
Dit artikelonderdeel stelt dat de kennisgeving van gerechtelijke mededelingen aan natuurlijke personen, zoals bepaald (voorzien) in dit wetboek (Wetboek van Strafvordering) en het Wetboek van Strafrecht, plaatsvindt (geschiedt) door:
a. betekening;
Dit betekent: door betekening;
b. toezending;
Dit betekent: door toezending;
c. mondelinge mededeling.
Dit betekent: door mondelinge mededeling.
2. Betekening van een gerechtelijke mededeling geschiedt door middel van uitreiking of elektronische overdracht, op de bij de wet voorziene wijze. Indien betekening door elektronische overdracht niet of niet binnen een redelijke termijn mogelijk is, geschiedt betekening door uitreiking.
Dit artikelonderdeel verduidelijkt dat de betekening van een gerechtelijke mededeling gebeurt (geschiedt) door middel van uitreiking of elektronische overdracht, op de wijze die in de wet is bepaald (voorzien). Wanneer betekening door elektronische overdracht niet mogelijk is, of niet binnen een redelijke termijn mogelijk is, dan gebeurt (geschiedt) betekening door uitreiking.
3. Toezending geschiedt door aflevering van een gewone of aangetekende brief door een postvervoerbedrijf als bedoeld in de Postwet 2009 dan wel door een hiertoe bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen dienst of andere instelling van vervoer, dan wel door elektronische overdracht, op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaalde wijze.
Dit artikelonderdeel stelt dat toezending gebeurt (geschiedt) door de aflevering van een gewone of aangetekende brief. Deze aflevering wordt gedaan door een postvervoerbedrijf zoals omschreven in de Postwet 2009, óf door een dienst of andere instelling van vervoer die hiertoe is aangewezen bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur. Toezending kan ook gebeuren door elektronische overdracht, op een wijze die is bepaald bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur.
4. Een mondelinge mededeling wordt zo spoedig mogelijk in een proces-verbaal of op andere wijze schriftelijk vastgelegd.
Dit artikelonderdeel bepaalt dat een mondelinge mededeling zo spoedig mogelijk schriftelijk moet worden vastgelegd, hetzij in een proces-verbaal, hetzij op een andere schriftelijke wijze.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2022:3
ECLI:NL:HR:2000:AA8406
ECLI:NL:HR:2021:352 - Aanvang bezwaartermijn taakstraf: betekening is bepalend, niet daadwerkelijke kennisneming
De bezwaartermijn tegen de omzetting van een taakstraf in vervangende hechtenis start op de dag van de rechtsgeldige betekening van de kennisgeving, niet op het moment dat de veroordeelde daadwerkelijk kennisneemt van de inhoud. Dit geldt ook bij niet-persoonlijke betekening.
ECLI:NL:HR:2012:BY2813
ECLI:NL:HR:2024:269
ECLI:NL:HR:2023:742 - Betekening in buitenland: termijn uit rechtshulpverdrag geldt niet bij rechtstreekse postverzending
Een verklaring onder art. 7 lid 3 EVR over een betekeningstermijn is niet van toepassing bij rechtstreekse toezending per post aan een verdachte in het buitenland. Van een appellerende verdachte wordt verwacht dat hij bereikbaar blijft voor zijn raadsman.