Wetboek van Strafvordering
Artikel 369 (Politierechter bevoegdheid maximale straf en verwijzing)
1. De politierechter is niet bevoegd tot oplegging van een gevangenisstraf van meer dan een jaar.
2. Indien de politierechter oordeelt dat de zaak door een meervoudige kamer van de rechtbank moet worden behandeld, verwijst hij de zaak daarheen. Dit geschiedt in elk geval indien naar het oordeel van de politierechter de toepassing van artikel 37a, eerste lid, of artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht in overweging behoort te worden genomen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De politierechter is niet bevoegd tot oplegging van een gevangenisstraf van meer dan een jaar.
Dit lid stelt dat de politierechter niet de bevoegdheid heeft om een gevangenisstraf op te leggen die langer duurt dan een jaar.
2. Indien de politierechter oordeelt dat de zaak door een meervoudige kamer van de rechtbank moet worden behandeld, verwijst hij de zaak daarheen. Dit geschiedt in elk geval indien naar het oordeel van de politierechter de toepassing van artikel 37a, eerste lid, of artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht in overweging behoort te worden genomen.
Dit lid bepaalt dat als de politierechter van oordeel is dat een zaak door een meervoudige kamer van de rechtbank behandeld moet worden, hij de zaak naar die kamer verwijst. Deze verwijzing vindt in ieder geval plaats als de politierechter meent dat de toepassing van artikel 37a, eerste lid, of artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht overwogen dient te worden.