Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Vierde afdeeling. Beraadslaging en uitspraak
Artikel 361a

Artikel 361a (Beraadslaging en beslissing vordering tenuitvoerlegging 14a-straf)

Laatste versie

Heeft de officier van justitie tevens een vordering ingediend tot het gelasten van gehele of gedeeltelijke tenuitvoerlegging van een met toepassing van artikel 14a van het Wetboek van Strafrecht opgelegde straf, dan beraadslaagt de rechtbank mede over haar bevoegdheid om over de vordering te oordelen, over de ontvankelijkheid van de officier van justitie en over de gegrondheid van de vordering. Het vonnis houdt alsdan, tenzij onbevoegdheid van de rechtbank om over de vordering te oordelen of niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie wordt uitgesproken, ook de beslissing van de rechtbank over de vordering in.

Uitleg in duidelijke taal

Heeft de officier van justitie tevens een vordering ingediend tot het gelasten van gehele of gedeeltelijke tenuitvoerlegging van een met toepassing van artikel 14a van het Wetboek van Strafrecht opgelegde straf, dan beraadslaagt de rechtbank mede over haar bevoegdheid om over de vordering te oordelen, over de ontvankelijkheid van de officier van justitie en over de gegrondheid van de vordering. Het vonnis houdt alsdan, tenzij onbevoegdheid van de rechtbank om over de vordering te oordelen of niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie wordt uitgesproken, ook de beslissing van de rechtbank over de vordering in.

Dit artikel regelt de situatie waarin de officier van justitie, naast de hoofdzaak, een vordering indient om een eerder met toepassing van artikel 14a van het Wetboek van Strafrecht opgelegde straf geheel of gedeeltelijk ten uitvoer te leggen. In dat geval beraadslaagt de rechtbank over drie punten: haar bevoegdheid om over de vordering te oordelen, de ontvankelijkheid van de officier van justitie, en de gegrondheid van de vordering. Het vonnis dat volgt, moet dan ook de beslissing van de rechtbank over de vordering bevatten, tenzij de rechtbank oordeelt dat zij onbevoegd is om over de vordering te oordelen of dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in zijn vordering.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad51x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1430

ECLI:NL:HR:2013:143026 november 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:389 - Hoger beroep tegen TUL-beslissing blijft mogelijk na invoering Wet USB

ECLI:NL:HR:2020:3896 maart 2020Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak

De invoering van de Wet USB heeft het stelsel van rechtsmiddelen niet gewijzigd voor TUL-beslissingen wegens schending van de algemene voorwaarde. Een hoger beroep tegen de veroordeling voor het nieuwe feit omvat nog steeds de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging.

StrafrechtStrafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1994:ZC9722

ECLI:NL:HR:1994:ZC97223 mei 1994Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BG5977

ECLI:NL:HR:2009:BG59773 maart 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:2744

ECLI:NL:HR:2014:27449 september 2014Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtPenitentiair Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2357

ECLI:NL:HR:2018:235718 december 2018Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1996:ZD0495

ECLI:NL:HR:1996:ZD049525 juni 1996Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AX1665

ECLI:NL:HR:2006:AX166520 juni 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AT2748

ECLI:NL:HR:2005:AT274817 mei 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1687 - Dagbepaling vordering TUL: rechterlijke tussenkomst niet altijd vereist

ECLI:NL:HR:2018:168718 september 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de eis van een rechterlijke dagbepaling (art. 14h lid 2 Sr) niet geldt voor een vordering tot tenuitvoerlegging die wordt gevoegd bij een nieuwe strafzaak. De dagbepaling van de nieuwe zaak volstaat.

StrafrechtPenitentiair Strafrecht, Strafprocesrecht