Artikel 358 (Inhoudsvereisten vonnis en nietigheid)
1. In de gevallen van artikel 349, eerste lid, bevat het vonnis de daarbij vermelde beslissingen.
2. In de andere gevallen bevat het vonnis de beslissing der rechtbank over de punten, bij artikel 350 vermeld.
3. Wordt, in strijd met het te dien aanzien door den verdachte uitdrukkelijk voorgedragen verweer, artikel 349, eerste lid, niet toegepast of aangenomen dat het bewezen verklaarde een bepaald strafbaar feit oplevert of dat een bepaalde strafverminderings- of strafuitsluitingsgrond niet aanwezig is, dan geeft het vonnis daaromtrent bepaaldelijk eene beslissing.
4. Het vonnis vermeldt verder, in geval van oplegging van straf of maatregel, de wettelijke voorschriften waarop deze is gegrond.
5. Alles op straffe van nietigheid.
Uitleg in duidelijke taal
1. In de gevallen van artikel 349, eerste lid, bevat het vonnis de daarbij vermelde beslissingen.
Dit lid stelt dat indien de situaties zoals beschreven in artikel 349, eerste lid, van toepassing zijn, het vonnis de beslissingen moet bevatten die in dat artikel worden genoemd.
2. In de andere gevallen bevat het vonnis de beslissing der rechtbank over de punten, bij artikel 350 vermeld.
Dit lid bepaalt dat in andere gevallen dan die genoemd in artikel 349, eerste lid, het vonnis de beslissing van de rechtbank moet bevatten over de punten die in artikel 350 zijn vermeld.
3. Wordt, in strijd met het te dien aanzien door den verdachte uitdrukkelijk voorgedragen verweer, artikel 349, eerste lid, niet toegepast of aangenomen dat het bewezen verklaarde een bepaald strafbaar feit oplevert of dat een bepaalde strafverminderings- of strafuitsluitingsgrond niet aanwezig is, dan geeft het vonnis daaromtrent bepaaldelijk eene beslissing.
- artikel 349, eerste lid, niet toepast; óf
- aanneemt dat het bewezen verklaarde een bepaald strafbaar feit oplevert; óf
- aanneemt dat een bepaalde strafverminderings- of strafuitsluitingsgrond niet aanwezig is.
4. Het vonnis vermeldt verder, in geval van oplegging van straf of maatregel, de wettelijke voorschriften waarop deze is gegrond.
Dit lid stelt dat als een straf of maatregel wordt opgelegd, het vonnis ook de specifieke wettelijke voorschriften moet vermelden waarop deze straf of maatregel is gebaseerd.
5. Alles op straffe van nietigheid.
Dit lid bepaalt dat het niet naleven van de voorgaande voorschriften leidt tot nietigheid van het vonnis.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2006:AU9130 - Hoge Raad - 10 april 2006
ECLI:NL:HR:2012:BX0146 - Overzichtsarrest artikel 80a RO: Selectie aan de poort in cassatie - 10 september 2012
De Hoge Raad introduceert de niet-ontvankelijkverklaring op grond van artikel 80a RO. Dit maakt versnelde afdoening mogelijk als een partij klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij cassatie of als de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden, om de Hoge Raad op zijn kerntaken te concentreren.
ECLI:NL:HR:2012:BW5002 - Niet-ontvankelijkheid OM: grenzen aan vertrouwensbeginsel en schending procesorde - 7 mei 2012
Een beroep op niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie slaagt slechts in uitzonderlijke gevallen. Gerechtvaardigd vertrouwen kan in de regel niet worden ontleend aan uitlatingen van ambtenaren zonder vervolgingsbevoegdheid, zoals de Belastingdienst. Een schending van beginselen van een behoorlijke procesorde vereist een doelbewuste of grove veronachtzaming.
ECLI:NL:HR:2007:BA0424 - Hoge Raad - 14 mei 2007
ECLI:NL:HR:2024:192 - Hoge Raad - 12 februari 2024
ECLI:NL:HR:1994:AD2076 - Hoge Raad - 28 maart 1994
ECLI:NL:HR:2016:2026 - Bewijsmotivering na vernietiging van een mondeling vonnis door het hof - 5 september 2016
Als het hof een mondeling vonnis vernietigt en zelf tot een bewezenverklaring komt, moet het de inhoud van de bewijsmiddelen volledig uitschrijven in zijn arrest. Verwijzen naar de bewijsmiddelen in het vonnis van de eerste aanleg is dan onvoldoende, tenzij de verdachte heeft bekend.
ECLI:NL:HR:2012:BX0132 - Overzichtsarrest Artikel 80a RO: Selectie aan de poort in cassatie - 10 september 2012
De Hoge Raad introduceert de toepassing van artikel 80a RO, dat niet-ontvankelijkverklaring van een cassatieberoep mogelijk maakt. Dit gebeurt als de klager klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft of de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden, met als doel de cassatierechtspraak te concentreren op kerntaken.