Wetboek van Strafvordering

1. Indien ter zake van hetzelfde feit een strafbeschikking is voorafgegaan, doch geen verzet is gedaan, vernietigt de rechter de strafbeschikking indien hij de verdachte vrijspreekt, ontslaat van alle rechtsvervolging of veroordeelt. Indien de rechter de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie uitspreekt, kan hij de strafbeschikking vernietigen.

Dit lid bepaalt het volgende: Als er voor hetzelfde feit eerder een strafbeschikking is uitgevaardigd en hiertegen geen verzet is gedaan, dan vernietigt de rechter deze strafbeschikking in de volgende gevallen:

• als hij de verdachte vrijspreekt;
• als hij de verdachte ontslaat van alle rechtsvervolging;
• als hij de verdachte veroordeelt. Verder stelt dit lid dat als de rechter de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie uitspreekt, hij de strafbeschikking kan vernietigen.

2. Indien de strafbeschikking reeds geheel of ten dele ten uitvoer is gelegd, dan houdt de rechtbank daar bij het bepalen van de op te leggen straf of maatregel rekening mee.

Dit lid stelt dat wanneer de strafbeschikking al geheel of ten dele ten uitvoer is gelegd (dat wil zeggen, al (gedeeltelijk) is uitgevoerd), de rechtbank hiermee rekening houdt bij het vaststellen van de straf of maatregel die wordt opgelegd.