Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Vierde afdeeling. Beraadslaging en uitspraak
Artikel 354

Artikel 354 (Rechtbankbeslissingen ontoegankelijke gegevens en bevelen)

Laatste versie

1. In de gevallen, bedoeld in artikel 353, eerste lid, neemt de rechtbank tevens een beslissing over de met toepassing van de artikelen 125o of 126cc, vijfde lid, ontoegankelijk gemaakte gegevens indien de desbetreffende maatregelen nog niet zijn opgeheven.

2. De rechtbank kan gelasten dat de gegevens worden vernietigd indien het gegevens betreft met betrekking tot welke of met behulp waarvan een strafbaar feit is begaan, voor zover de vernietiging noodzakelijk is ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten. In alle andere gevallen gelast zij dat de gegevens weer ter beschikking van de beheerder van het geautomatiseerd werk worden gesteld.

3. In de gevallen, bedoeld in artikel 353, eerste lid, neemt de rechtbank tevens een beslissing over het bevel, bedoeld in artikel 125p, indien een dergelijk bevel nog niet is opgeheven.

Uitleg in duidelijke taal

1. In de gevallen, bedoeld in artikel 353, eerste lid, neemt de rechtbank tevens een beslissing over de met toepassing van de artikelen 125o of 126cc, vijfde lid, ontoegankelijk gemaakte gegevens indien de desbetreffende maatregelen nog niet zijn opgeheven.

Dit betekent dat de rechtbank, in de gevallen die bedoeld zijn in artikel 353, eerste lid, tevens een beslissing neemt over de gegevens die met toepassing van artikel 125o of artikel 126cc, vijfde lid, ontoegankelijk zijn gemaakt, indien de desbetreffende maatregelen nog niet zijn opgeheven.

2. De rechtbank kan gelasten dat de gegevens worden vernietigd indien het gegevens betreft met betrekking tot welke of met behulp waarvan een strafbaar feit is begaan, voor zover de vernietiging noodzakelijk is ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten. In alle andere gevallen gelast zij dat de gegevens weer ter beschikking van de beheerder van het geautomatiseerd werk worden gesteld.

Dit houdt in dat de rechtbank kan gelasten dat de gegevens worden vernietigd. Dit is het geval indien het gegevens betreft met betrekking tot welke of met behulp waarvan een strafbaar feit is begaan, en uitsluitend voor zover de vernietiging noodzakelijk is ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten. In alle andere gevallen gelast de rechtbank dat de gegevens weer ter beschikking van de beheerder van het geautomatiseerd werk worden gesteld.

3. In de gevallen, bedoeld in artikel 353, eerste lid, neemt de rechtbank tevens een beslissing over het bevel, bedoeld in artikel 125p, indien een dergelijk bevel nog niet is opgeheven.

Dit betekent dat de rechtbank, in de gevallen die bedoeld zijn in artikel 353, eerste lid, tevens een beslissing neemt over het bevel dat bedoeld is in artikel 125p, indien een dergelijk bevel nog niet is opgeheven.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad51x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1430

ECLI:NL:HR:2013:143026 november 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad27x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:507 - Motiveringsplicht rechter bij onderbouwde verklaring herkomst geld in witwaszaak

ECLI:NL:HR:2018:50724 april 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een hof de onderbouwde en met stukken gestaafde verklaring van een verdachte over de legale herkomst van geld in een witwaszaak niet ongemotiveerd terzijde mag schuiven. Het oordeel dat de verklaring onvoldoende is, moet begrijpelijk zijn.

StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Strafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:232 - Vernietiging 'wat betreft strafoplegging': reikwijdte en strafbepaling ex art. 423 lid 4 Sv

ECLI:NL:HR:2020:23211 februari 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een vernietiging in cassatie 'wat betreft de strafoplegging' omvat niet de strafbepaling ex art. 423 lid 4 Sv. Dit is geen 'oplegging' maar een vaststelling van een reeds onherroepelijk deel. De Hoge Raad verduidelijkt tevens de positie van de vordering benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel.

StrafrechtStrafprocesrecht
Civiel RechtVerbintenissenrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1734

ECLI:NL:HR:2013:173410 december 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht