Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Vierde afdeeling. Beraadslaging en uitspraak
Artikel 350

Artikel 350 (Beraadslaging materiële vragen strafproces)

Laatste versie

Indien het onderzoek in artikel 348 bedoeld, niet leidt tot toepassing van artikel 349, eerste lid, beraadslaagt de rechtbank op den grondslag der telastlegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting over de vraag of bewezen is dat het feit door den verdachte is begaan, en, zoo ja, welk strafbaar feit het bewezen verklaarde volgens de wet oplevert; indien wordt aangenomen dat het feit bewezen en strafbaar is, dan beraadslaagt de rechtbank over de strafbaarheid van den verdachte en over de oplegging van straf of maatregel, bij de wet bepaald.

Uitleg in duidelijke taal

Indien het onderzoek in artikel 348 bedoeld, niet leidt tot toepassing van artikel 349, eerste lid, beraadslaagt de rechtbank op den grondslag der telastlegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting over de vraag of bewezen is dat het feit door den verdachte is begaan, en, zoo ja, welk strafbaar feit het bewezen verklaarde volgens de wet oplevert; indien wordt aangenomen dat het feit bewezen en strafbaar is, dan beraadslaagt de rechtbank over de strafbaarheid van den verdachte en over de oplegging van straf of maatregel, bij de wet bepaald.

Dit artikel bepaalt het volgende: Als het onderzoek, waarnaar artikel 348 verwijst, niet resulteert in de toepassing van artikel 349, eerste lid, dan zal de rechtbank beraadslagen. Deze beraadslaging gebeurt op den grondslag der telastlegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting. De rechtbank beraadslaagt eerst over de vraag of bewezen is dat het feit door den verdachte is begaan. Indien dit het geval is (zoo ja), dan beraadslaagt de rechtbank over welk strafbaar feit het bewezen verklaarde volgens de wet oplevert. Als wordt aangenomen dat het feit bewezen is en een strafbaar feit vormt, dan beraadslaagt de rechtbank vervolgens over de strafbaarheid van den verdachte. Tot slot beraadslaagt de rechtbank over de oplegging van een straf of maatregel, die bij de wet bepaald is.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad703x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AU9130 - Hoge Raad - 10 april 2006

ECLI:NL:HR:2006:AU913010 april 2006Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad500x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1496 - Hoge Raad - 30 juni 2014

ECLI:NL:HR:2014:149630 juni 2014Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad354x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:576 - Hoge Raad - 19 april 2021

ECLI:NL:HR:2021:57619 april 2021Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad295x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1252 - Hoge Raad stelt kaders voor procesafspraken in strafzaken - 26 september 2022

ECLI:NL:HR:2022:125226 september 2022Dit wetsartikel wordt 14 keer genoemd in deze uitspraak

Procesafspraken zijn toegestaan, maar de rechter behoudt zijn zelfstandige verantwoordelijkheid. De rechter moet toetsen of de verdachte vrijwillig, geïnformeerd en ondubbelzinnig afstand doet van verdedigingsrechten, en is niet gebonden aan het voorstel als de uitkomst onredelijk is in verhouding tot de ernst van de zaak.

StrafrechtStrafprocesrecht, Europees Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad265x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1015 - Hoge Raad - 3 juli 2017

ECLI:NL:HR:2017:10153 juli 2017Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad260x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1005 - Overzichtsarrest 80a RO: Actualisering van Selectie aan de Poort - 6 juni 2016

ECLI:NL:HR:2016:10056 juni 2016Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Dit overzichtsarrest actualiseert de rechtspraak over artikel 80a RO. De Hoge Raad geeft een gedetailleerd overzicht van gevallen waarin cassatieberoep niet-ontvankelijk wordt verklaard wegens 'klaarblijkelijk onvoldoende belang' of omdat de klachten 'klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden', inclusief de specifieke klacht over de redelijke termijn.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad93x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1219 - Motiveringsplicht getuigenverzoek: Hoge Raad verduidelijkt eisen na EHRM-rechtspraak - 3 juli 2017

ECLI:NL:HR:2017:12193 juli 2017Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad bevestigt dat de verdediging een verzoek tot het horen van getuigen deugdelijk moet motiveren, ook in het licht van art. 6 EVRM. De relevantie van het verhoor voor een te nemen beslissing moet per getuige worden toegelicht.

StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad105x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:760 - Verklaring voor recht bij letselschade en bewijskracht strafvonnis noodweer - 26 maart 2015

ECLI:NL:HR:2015:76026 maart 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een slachtoffer voldoende belang heeft bij een verklaring voor recht als schade aannemelijk is. Daarnaast heeft een in een strafzaak aanvaard beroep op noodweer geen dwingende bewijskracht in een civiele procedure, omdat dit geen deel uitmaakt van de bewezenverklaring.

Hoge Raad101x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BX5566 - Vergoeding advocaatkosten na art. 12 Sv-procedure en vrijspraak - 18 februari 2013

ECLI:NL:HR:2013:BX556618 februari 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De kosten van een raadsman voor een beklagprocedure ex artikel 12 Sv komen voor vergoeding in aanmerking op grond van artikel 591a Sv. Dit geldt ook als het beklag gegrond wordt verklaard, mits de strafzaak uiteindelijk eindigt zonder straf of maatregel, op basis van een billijkheidsoordeel.

StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad83x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:CA1610 - Hoge Raad preciseert de grenzen van partieel cassatieberoep in strafzaken - 30 mei 2013

ECLI:NL:HR:2013:CA161030 mei 2013Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt dat een cassatieberoep beperkt kan worden tot zelfstandige strafrechtelijke verwijten of specifieke beslissingen uit art. 348/350 Sv. Beperkingen die de verwijzingsrechter belemmeren in een integrale beoordeling of het toepassen van het beslissingsschema zijn echter ontoelaatbaar.