Artikel 350 (Beraadslaging materiële vragen strafproces)
Indien het onderzoek in artikel 348 bedoeld, niet leidt tot toepassing van artikel 349, eerste lid, beraadslaagt de rechtbank op den grondslag der telastlegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting over de vraag of bewezen is dat het feit door den verdachte is begaan, en, zoo ja, welk strafbaar feit het bewezen verklaarde volgens de wet oplevert; indien wordt aangenomen dat het feit bewezen en strafbaar is, dan beraadslaagt de rechtbank over de strafbaarheid van den verdachte en over de oplegging van straf of maatregel, bij de wet bepaald.
Uitleg in duidelijke taal
Indien het onderzoek in artikel 348 bedoeld, niet leidt tot toepassing van artikel 349, eerste lid, beraadslaagt de rechtbank op den grondslag der telastlegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting over de vraag of bewezen is dat het feit door den verdachte is begaan, en, zoo ja, welk strafbaar feit het bewezen verklaarde volgens de wet oplevert; indien wordt aangenomen dat het feit bewezen en strafbaar is, dan beraadslaagt de rechtbank over de strafbaarheid van den verdachte en over de oplegging van straf of maatregel, bij de wet bepaald.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2006:AU9130 - Hoge Raad - 10 april 2006
ECLI:NL:HR:2014:1496 - Hoge Raad - 30 juni 2014
ECLI:NL:HR:2021:576 - Hoge Raad - 19 april 2021
ECLI:NL:HR:2022:1252 - Hoge Raad stelt kaders voor procesafspraken in strafzaken - 26 september 2022
Procesafspraken zijn toegestaan, maar de rechter behoudt zijn zelfstandige verantwoordelijkheid. De rechter moet toetsen of de verdachte vrijwillig, geïnformeerd en ondubbelzinnig afstand doet van verdedigingsrechten, en is niet gebonden aan het voorstel als de uitkomst onredelijk is in verhouding tot de ernst van de zaak.
ECLI:NL:HR:2017:1015 - Hoge Raad - 3 juli 2017
ECLI:NL:HR:2016:1005 - Overzichtsarrest 80a RO: Actualisering van Selectie aan de Poort - 6 juni 2016
Dit overzichtsarrest actualiseert de rechtspraak over artikel 80a RO. De Hoge Raad geeft een gedetailleerd overzicht van gevallen waarin cassatieberoep niet-ontvankelijk wordt verklaard wegens 'klaarblijkelijk onvoldoende belang' of omdat de klachten 'klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden', inclusief de specifieke klacht over de redelijke termijn.
ECLI:NL:HR:2017:1219 - Motiveringsplicht getuigenverzoek: Hoge Raad verduidelijkt eisen na EHRM-rechtspraak - 3 juli 2017
De Hoge Raad bevestigt dat de verdediging een verzoek tot het horen van getuigen deugdelijk moet motiveren, ook in het licht van art. 6 EVRM. De relevantie van het verhoor voor een te nemen beslissing moet per getuige worden toegelicht.
ECLI:NL:HR:2015:760 - Verklaring voor recht bij letselschade en bewijskracht strafvonnis noodweer - 26 maart 2015
De Hoge Raad oordeelt dat een slachtoffer voldoende belang heeft bij een verklaring voor recht als schade aannemelijk is. Daarnaast heeft een in een strafzaak aanvaard beroep op noodweer geen dwingende bewijskracht in een civiele procedure, omdat dit geen deel uitmaakt van de bewezenverklaring.
ECLI:NL:HR:2013:BX5566 - Vergoeding advocaatkosten na art. 12 Sv-procedure en vrijspraak - 18 februari 2013
De kosten van een raadsman voor een beklagprocedure ex artikel 12 Sv komen voor vergoeding in aanmerking op grond van artikel 591a Sv. Dit geldt ook als het beklag gegrond wordt verklaard, mits de strafzaak uiteindelijk eindigt zonder straf of maatregel, op basis van een billijkheidsoordeel.
ECLI:NL:HR:2013:CA1610 - Hoge Raad preciseert de grenzen van partieel cassatieberoep in strafzaken - 30 mei 2013
De Hoge Raad stelt dat een cassatieberoep beperkt kan worden tot zelfstandige strafrechtelijke verwijten of specifieke beslissingen uit art. 348/350 Sv. Beperkingen die de verwijzingsrechter belemmeren in een integrale beoordeling of het toepassen van het beslissingsschema zijn echter ontoelaatbaar.