Artikel 348 (Onderzoek rechtbank geldigheid dagvaarding bevoegdheid ontvankelijkheid schorsing)
De rechtbank onderzoekt op den grondslag der telastlegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting de geldigheid der dagvaarding, hare bevoegdheid tot kennisneming van het telastegelegde feit en de ontvankelijkheid van den officier van justitie en of er redenen zijn voor schorsing der vervolging.
Uitleg in duidelijke taal
De rechtbank onderzoekt op den grondslag der telastlegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting de geldigheid der dagvaarding, hare bevoegdheid tot kennisneming van het telastegelegde feit en de ontvankelijkheid van den officier van justitie en of er redenen zijn voor schorsing der vervolging.
De rechtbank voert een onderzoek uit. Dit onderzoek is gebaseerd op de telastlegging en op wat er tijdens het onderzoek op de terechtzitting naar voren is gekomen. De rechtbank beoordeelt hierbij de geldigheid der dagvaarding. Verder onderzoekt de rechtbank hare bevoegdheid tot kennisneming van het telastegelegde feit. Ook beoordeelt de rechtbank de ontvankelijkheid van den officier van justitie. Tot slot onderzoekt de rechtbank of er redenen bestaan voor schorsing der vervolging.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:1496
ECLI:NL:HR:2021:576
ECLI:NL:HR:2022:1252 - Hoge Raad stelt kaders voor procesafspraken in strafzaken
Procesafspraken zijn toegestaan, maar de rechter behoudt zijn zelfstandige verantwoordelijkheid. De rechter moet toetsen of de verdachte vrijwillig, geïnformeerd en ondubbelzinnig afstand doet van verdedigingsrechten, en is niet gebonden aan het voorstel als de uitkomst onredelijk is in verhouding tot de ernst van de zaak.
ECLI:NL:HR:2017:1015
ECLI:NL:HR:2016:1005 - Overzichtsarrest 80a RO: Actualisering van Selectie aan de Poort
Dit overzichtsarrest actualiseert de rechtspraak over artikel 80a RO. De Hoge Raad geeft een gedetailleerd overzicht van gevallen waarin cassatieberoep niet-ontvankelijk wordt verklaard wegens 'klaarblijkelijk onvoldoende belang' of omdat de klachten 'klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden', inclusief de specifieke klacht over de redelijke termijn.
ECLI:NL:HR:2013:BX5566
ECLI:NL:HR:2017:1219 - Motiveringsplicht getuigenverzoek: Hoge Raad verduidelijkt eisen na EHRM-rechtspraak
De Hoge Raad bevestigt dat de verdediging een verzoek tot het horen van getuigen deugdelijk moet motiveren, ook in het licht van art. 6 EVRM. De relevantie van het verhoor voor een te nemen beslissing moet per getuige worden toegelicht.
ECLI:NL:HR:2013:CA1610
ECLI:NL:HR:2019:600
ECLI:NL:HR:2021:1418 - Ondervragingsrecht: Belang getuigenverhoor voorondersteld bij niet-ondervraagde getuigen
Als de verdediging een belastende getuige nog niet heeft kunnen ondervragen, moet het belang bij een verhoor worden voorondersteld. Afwijzing van zo'n verzoek is niet-begrijpelijk als de motivering enkel ziet op de betrouwbaarheid van de verklaringen of de familierelatie met de verdachte.