Artikel 348 (Onderzoek rechtbank geldigheid dagvaarding bevoegdheid ontvankelijkheid schorsing)
De rechtbank onderzoekt op den grondslag der telastlegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting de geldigheid der dagvaarding, hare bevoegdheid tot kennisneming van het telastegelegde feit en de ontvankelijkheid van den officier van justitie en of er redenen zijn voor schorsing der vervolging.
Uitleg in duidelijke taal
De rechtbank onderzoekt op den grondslag der telastlegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting de geldigheid der dagvaarding, hare bevoegdheid tot kennisneming van het telastegelegde feit en de ontvankelijkheid van den officier van justitie en of er redenen zijn voor schorsing der vervolging.
De rechtbank voert een onderzoek uit. Dit onderzoek is gebaseerd op de telastlegging en op wat er tijdens het onderzoek op de terechtzitting naar voren is gekomen. De rechtbank beoordeelt hierbij de geldigheid der dagvaarding. Verder onderzoekt de rechtbank hare bevoegdheid tot kennisneming van het telastegelegde feit. Ook beoordeelt de rechtbank de ontvankelijkheid van den officier van justitie. Tot slot onderzoekt de rechtbank of er redenen bestaan voor schorsing der vervolging.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:1496 - Hoge Raad - 30 juni 2014
ECLI:NL:HR:2021:576 - Hoge Raad - 19 april 2021
ECLI:NL:HR:2022:1252 - Hoge Raad stelt kaders voor procesafspraken in strafzaken - 26 september 2022
Procesafspraken zijn toegestaan, maar de rechter behoudt zijn zelfstandige verantwoordelijkheid. De rechter moet toetsen of de verdachte vrijwillig, geïnformeerd en ondubbelzinnig afstand doet van verdedigingsrechten, en is niet gebonden aan het voorstel als de uitkomst onredelijk is in verhouding tot de ernst van de zaak.
ECLI:NL:HR:2017:1015 - Hoge Raad - 3 juli 2017
ECLI:NL:HR:2016:1005 - Overzichtsarrest 80a RO: Actualisering van Selectie aan de Poort - 6 juni 2016
Dit overzichtsarrest actualiseert de rechtspraak over artikel 80a RO. De Hoge Raad geeft een gedetailleerd overzicht van gevallen waarin cassatieberoep niet-ontvankelijk wordt verklaard wegens 'klaarblijkelijk onvoldoende belang' of omdat de klachten 'klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden', inclusief de specifieke klacht over de redelijke termijn.
ECLI:NL:HR:2017:1219 - Motiveringsplicht getuigenverzoek: Hoge Raad verduidelijkt eisen na EHRM-rechtspraak - 3 juli 2017
De Hoge Raad bevestigt dat de verdediging een verzoek tot het horen van getuigen deugdelijk moet motiveren, ook in het licht van art. 6 EVRM. De relevantie van het verhoor voor een te nemen beslissing moet per getuige worden toegelicht.
ECLI:NL:HR:2013:BX5566 - Vergoeding advocaatkosten na art. 12 Sv-procedure en vrijspraak - 18 februari 2013
De kosten van een raadsman voor een beklagprocedure ex artikel 12 Sv komen voor vergoeding in aanmerking op grond van artikel 591a Sv. Dit geldt ook als het beklag gegrond wordt verklaard, mits de strafzaak uiteindelijk eindigt zonder straf of maatregel, op basis van een billijkheidsoordeel.
ECLI:NL:HR:2019:600 - Hoge Raad - 22 april 2019
ECLI:NL:HR:2013:CA1610 - Hoge Raad preciseert de grenzen van partieel cassatieberoep in strafzaken - 30 mei 2013
De Hoge Raad stelt dat een cassatieberoep beperkt kan worden tot zelfstandige strafrechtelijke verwijten of specifieke beslissingen uit art. 348/350 Sv. Beperkingen die de verwijzingsrechter belemmeren in een integrale beoordeling of het toepassen van het beslissingsschema zijn echter ontoelaatbaar.
ECLI:NL:HR:2021:1418 - Ondervragingsrecht: Belang getuigenverhoor voorondersteld bij niet-ondervraagde getuigen - 11 oktober 2021
Als de verdediging een belastende getuige nog niet heeft kunnen ondervragen, moet het belang bij een verhoor worden voorondersteld. Afwijzing van zo'n verzoek is niet-begrijpelijk als de motivering enkel ziet op de betrouwbaarheid van de verklaringen of de familierelatie met de verdachte.