Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Vierde afdeeling. Beraadslaging en uitspraak
Artikel 345

Artikel 345 (Termijnen uitspraak na onderzoekssluiting)

Laatste versie

1. Na afloop van het onderzoek wordt dit door den voorzitter gesloten verklaard en wordt hetzij aanstonds de uitspraak gedaan, hetzij door den voorzitter mondeling medegedeeld, wanneer zij, volgens de bepaling der rechtbank zal plaats vinden.

2. Te bepaalden tijde kan de uitspraak mondeling tot een naderen dag worden uitgesteld. De uitspraak kan niet vervroegd worden, tenzij zij gedaan wordt in tegenwoordigheid van den verdachte.

3. In geen geval mag de uitspraak later plaats vinden dan op den veertienden dag na de sluiting van het onderzoek. Daarbij kan volstaan worden met het uitspreken van een verkort vonnis.

4. Heeft de uitspraak alsdan niet plaats gehad, dan wordt de zaak op de bestaande telastelegging door hetzelfde college opnieuw onderzocht.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2021. Zie het overzicht van wijzigingen]

Uitleg in duidelijke taal

1. Na afloop van het onderzoek wordt dit door den voorzitter gesloten verklaard en wordt hetzij aanstonds de uitspraak gedaan, hetzij door den voorzitter mondeling medegedeeld, wanneer zij, volgens de bepaling der rechtbank zal plaats vinden.

Nadat het onderzoek is afgelopen, wordt dit door de voorzitter gesloten verklaard. Vervolgens wordt óf onmiddellijk (aanstonds) de uitspraak gedaan, óf de voorzitter deelt mondeling mee wanneer de uitspraak, overeenkomstig de beslissing (bepaling) van de rechtbank, zal plaatsvinden.

2. Te bepaalden tijde kan de uitspraak mondeling tot een naderen dag worden uitgesteld. De uitspraak kan niet vervroegd worden, tenzij zij gedaan wordt in tegenwoordigheid van den verdachte.

Op het vastgestelde tijdstip kan de uitspraak mondeling tot een latere dag worden uitgesteld. De uitspraak kan niet worden vervroegd, tenzij deze wordt gedaan in aanwezigheid (tegenwoordigheid) van de verdachte.

3. In geen geval mag de uitspraak later plaats vinden dan op den veertienden dag na de sluiting van het onderzoek. Daarbij kan volstaan worden met het uitspreken van een verkort vonnis.

De uitspraak mag in geen geval later plaatsvinden dan op de veertiende dag na de sluiting van het onderzoek. Daarbij kan worden volstaan met het uitspreken van een verkort vonnis.

4. Heeft de uitspraak alsdan niet plaats gehad, dan wordt de zaak op de bestaande telastelegging door hetzelfde college opnieuw onderzocht.

Als de uitspraak op dat moment (alsdan) niet heeft plaatsgehad, dan wordt de zaak op de bestaande telastelegging door hetzelfde college opnieuw onderzocht.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad38x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1978:AC6373

ECLI:NL:HR:1978:AC637324 oktober 1978Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BN0011

ECLI:NL:HR:2010:BN001116 november 2010Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BJ9926

ECLI:NL:HR:2010:BJ992613 april 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP4660

ECLI:NL:HR:2011:BP466012 april 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:37

ECLI:NL:HR:2014:377 januari 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1801

ECLI:NL:HR:2019:180119 november 2019Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:3214

ECLI:NL:HR:2017:321419 december 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:858

ECLI:NL:HR:2024:85818 juni 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2022:1626

ECLI:NL:HR:2022:162615 november 2022Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1394 - Redelijke termijn: vertraging door wraking niet per se onredelijk in megazaak

ECLI:NL:HR:2016:13945 juli 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een aanzienlijke vertraging door een niet aan de verdachte toerekenbare wraking van de rechtbank leidt niet automatisch tot schending van de redelijke termijn. De totale duur moet worden beoordeeld in het licht van alle omstandigheden, zoals de complexiteit en omvang van een 'megaproces'.

StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten