Artikel 342 (Getuigenverklaring definitie unus testis-regel)
1. Onder verklaring van een getuige wordt verstaan zijne bij het onderzoek op de terechtzitting gedane mededeeling van feiten of omstandigheden, welke hij zelf waargenomen of ondervonden heeft.
2. Het bewijs dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan, kan door den rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige.
Uitleg in duidelijke taal
1. Onder verklaring van een getuige wordt verstaan zijne bij het onderzoek op de terechtzitting gedane mededeeling van feiten of omstandigheden, welke hij zelf waargenomen of ondervonden heeft.
Dit lid definieert wat wordt verstaan onder een 'verklaring van een getuige'. Het is de 'mededeeling van feiten of omstandigheden' die de getuige heeft gedaan tijdens het 'onderzoek op de terechtzitting', en deze feiten of omstandigheden moet de getuige 'zelf waargenomen of ondervonden' hebben.
2. Het bewijs dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan, kan door den rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige.
Dit lid bepaalt dat de 'rechter' het 'bewijs' dat de 'verdachte' het 'telastegelegde feit' heeft begaan, 'niet uitsluitend' mag aannemen op 'de verklaring van één getuige'. Dit betekent dat de verklaring van een enkele getuige niet als enige bewijsmiddel mag dienen om het feit bewezen te verklaren.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2010:BM2452 - Unus Testis: Steunbewijs en de Betrouwbaarheid van een Getuigenverklaring - 12 juli 2010
De Hoge Raad oordeelt dat voor een bewezenverklaring op basis van één getuigenverklaring (unus testis, nullus testis), die verklaring voldoende steun moet vinden in ander bewijs. Een motivering gericht op de betrouwbaarheid van die ene getuige is onvoldoende om te voldoen aan dit steunbewijsvereiste.
ECLI:NL:HR:2018:717 - Steunbewijs in zedenzaken: bewijs van de context is onvoldoende - 14 mei 2018
Volgens de Hoge Raad is het oordeel van het hof dat bewijs van de context waarin ontucht zou plaatsvinden (zoals logeren en gamen) onvoldoende steun biedt voor de verklaring van het slachtoffer, niet onjuist. Dit contextbewijs houdt onvoldoende verband met de tenlastegelegde handelingen zelf.
ECLI:NL:HR:2010:BK2094 - Bewijsminimum artikel 342 lid 2 Sv: Steunbewijs bij bedreiging - 25 januari 2010
Eén getuigenverklaring (unus testis, nullus testis) is onvoldoende voor een bewezenverklaring, tenzij deze voldoende steun vindt in ander bewijsmateriaal. De Hoge Raad oordeelt dat het verband tussen de verklaring van de aangever en het overige bewijs, zoals de emotionele toestand en het aangetroffen mes, hier voldoende duidelijk is.
ECLI:NL:HR:2023:40 - Hoge Raad: Art. 81 RO en het recht op herbeoordeling na vrijspraak - 23 januari 2023
De Hoge Raad stelt, in reactie op kritiek van het VN-Mensenrechtencomité, dat de Nederlandse cassatieprocedure voldoet aan het recht op herbeoordeling (art. 14 lid 5 IVBPR). Wel kondigt de Raad aan vaker een specifiek gemotiveerde uitspraak te doen bij een veroordeling in hoger beroep na een eerdere vrijspraak.
ECLI:NL:HR:2018:1117 - Unus Testis Regel: Voldoende Steunbewijs bij Aangifte Zedendelict - 9 juli 2018
De Hoge Raad oordeelt dat een bewezenverklaring voor een zedendelict niet uitsluitend op één getuigenverklaring is gebaseerd als er voldoende steunbewijs is. De verklaring van de verdachte en getuigenverklaringen over de emotionele toestand van het slachtoffer direct na het incident kunnen als zodanig steunbewijs dienen.
ECLI:NL:HR:2013:BZ1890 - Unus testis-regel: Steunbewijs in zedenzaak moet meer dan betrouwbaarheid bevestigen - 11 februari 2013
In een zedenzaak kan een bewezenverklaring niet uitsluitend rusten op één getuigenverklaring. Steunbewijs, zoals verklaringen van horen zeggen, moet voldoende inhoudelijke ondersteuning bieden voor de verklaring van de aangever en mag niet enkel de betrouwbaarheid van die aangever bevestigen. Dit volgt uit de bewijsminimumregel van artikel 342, lid 2 Sv.
ECLI:NL:HR:2020:1095 - Drie zakdoekjes als steunbewijs: de unus testis-regel in zedenzaken - 22 juni 2020
In een zedenzaak kan de verklaring van een getuige over een specifieke, kenmerkende handelwijze (modus operandi) van de verdachte dienen als voldoende steunbewijs voor de verklaring van het slachtoffer, waardoor voldaan is aan de bewijsminimumregel van artikel 342 lid 2 Sv.
ECLI:NL:HR:2014:1354 - Bewijsminimum in zedenzaken: steunbewijs voor slachtofferverklaring (art. 342 lid 2 Sv) - 9 juni 2014
Eén getuigenverklaring is onvoldoende voor een bewezenverklaring (unus testis, nullus testis). De Hoge Raad oordeelt dat de verklaring van het slachtoffer in deze zedenzaak voldoende steun vindt in ander bewijsmateriaal, zoals de verklaring van de verdachte over het oppassen, en daarmee is voldaan aan het bewijsminimum.
ECLI:NL:HR:2012:BQ6144 - Unus testis-regel: wanneer is steunbewijs voor een getuigenverklaring voldoende? - 5 maart 2012
Een getuigenverklaring vindt voldoende steun in ander bewijsmateriaal, en is dus geen schending van de unus testis-regel (art. 342 lid 2 Sv), als dat steunbewijs de verklaring op relevante punten bevestigt. De herkenning van een gestolen scooter als zijnde de scooter uit de aangifte volstaat als zodanig steunbewijs.
ECLI:NL:HR:2011:BQ8600 - Oplichting: wanneer is een leugen een 'samenweefsel van verdichtsels'? - 14 november 2011
Eén enkele leugen is onvoldoende voor bewezenverklaring van oplichting. Voor een 'samenweefsel van verdichtsels' ex artikel 326 Sr moet de rechter, rekening houdend met de persoonlijkheid van het slachtoffer en alle omstandigheden, vaststellen dat de mededelingen gezamenlijk voldoende vertrouwenwekkend en indringend waren.