Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Derde afdeeling. Bewijs
Artikel 338

Artikel 338 (Rechterlijke overtuiging door wettig bewijs)

Laatste versie

Het bewijs dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan, kan door den rechter slechts worden aangenomen, indien hij daarvan uit het onderzoek op de terechtzitting door den inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging heeft bekomen.

Uitleg in duidelijke taal

Het bewijs dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan, kan door den rechter slechts worden aangenomen, indien hij daarvan uit het onderzoek op de terechtzitting door den inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging heeft bekomen.

Dit artikel betekent letterlijk dat de rechter het bewijs dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan, slechts kan aannemen als hij (de rechter) de overtuiging heeft bekomen (verkregen). Deze overtuiging moet voortkomen uit het onderzoek op de terechtzitting en moet zijn gebaseerd op de inhoud van wettige bewijsmiddelen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad142x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BX5539 - Bewijswaarde verklaring van een zwijgende getuige: compensatie en steunbewijs - 28 januari 2013

ECLI:NL:HR:2013:BX553928 januari 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een belastende verklaring van een getuige die in het vooronderzoek is afgelegd, mag voor het bewijs worden gebruikt, ook als die getuige ter zitting weigert te verklaren. Voorwaarde is dat de betrokkenheid van de verdachte voldoende steun vindt in ander bewijsmateriaal, met name op de betwiste onderdelen.

StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Hoge Raad85x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1523 - Ontneming en Onschuldpresumptie: 'Voldoende Aanwijzingen' Vereist Bewijs Buiten Redelijke Twijfel - 28 september 2020

ECLI:NL:HR:2020:152328 september 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt dat de eis van 'voldoende aanwijzingen' voor andere strafbare feiten in een ontnemingszaak (art. 36e lid 2 Sr) verenigbaar moet zijn met de onschuldpresumptie. Dit betekent dat buiten redelijke twijfel moet worden vastgesteld dat de betrokkene die feiten heeft begaan.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad57x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BK3424 - Bewijsregels in ontnemingszaak verschillen van de strafprocedure - 1 maart 2010

ECLI:NL:HR:2010:BK34241 maart 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De ontnemingsprocedure heeft een ander karakter dan de strafprocedure. De regel dat een rechter ambtshalve een getuige moet oproepen als diens bij de politie afgelegde verklaring het enige bewijs is en later is ingetrokken, geldt niet in de ontnemingsprocedure.

StrafrechtStrafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad48x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1994:AD2076 - Hoge Raad - 28 maart 1994

ECLI:NL:HR:1994:AD207628 maart 1994Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad44x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1799 - Bewijskracht proces-verbaal opsporingsambtenaar die tevens slachtoffer is - 6 juli 2015

ECLI:NL:HR:2015:17996 juli 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De bijzondere bewijskracht van een ambtseed opgemaakt proces-verbaal (art. 344 lid 2 Sv) geldt ook als het strafbare feit tegen de verbaliserende opsporingsambtenaar zelf is gepleegd. De rechter moet een afwijzing van een onderbouwd standpunt over de onbetrouwbaarheid van dit bewijsmiddel wel specifiek motiveren.

Hoge Raad38x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AU5496 - Hoge Raad - 13 maart 2006

ECLI:NL:HR:2006:AU549613 maart 2006Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad38x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1978:AC6373 - Hoge Raad - 23 oktober 1978

ECLI:NL:HR:1978:AC637323 oktober 1978Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad35x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1994:AB7528 - Hoge Raad - 31 januari 1994

ECLI:NL:HR:1994:AB752831 januari 1994Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad34x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BA7648 - Hoge Raad - 21 januari 2008

ECLI:NL:HR:2008:BA764821 januari 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad27x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AD7805 - Hoge Raad - 25 maart 2002

ECLI:NL:HR:2002:AD780525 maart 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak