Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Tweede afdeeling. Onderzoek van de vordering van de benadeelde partij op de terechtzitting
Artikel 333

Artikel 333 (Kennelijk niet-ontvankelijke benadeelde partij)

Laatste versie

Indien naar het oordeel van de rechtbank de benadeelde partij kennelijk niet ontvankelijk is, kan zij zonder nader onderzoek van de zaak de niet ontvankelijkheid van de benadeelde partij uitspreken.

Uitleg in duidelijke taal

Indien naar het oordeel van de rechtbank de benadeelde partij kennelijk niet ontvankelijk is, kan zij zonder nader onderzoek van de zaak de niet ontvankelijkheid van de benadeelde partij uitspreken.

Dit artikel bepaalt dat als de rechtbank van oordeel is dat de benadeelde partij overduidelijk (kennelijk) niet ontvankelijk is in haar vordering, de rechtbank direct kan besluiten de niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij uit te spreken, zonder dat daarvoor een nader onderzoek van de zaak nodig is.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad873x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:793 - Overzichtsarrest vordering benadeelde partij: schadebegroting en motivering - 27 mei 2019

ECLI:NL:HR:2019:79327 mei 2019Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad geeft een overzicht van de regels voor de vordering van de benadeelde partij. Dat de omvang van schade is geschat (art. 6:97 BW), staat toewijzing niet in de weg, mits de rechter zijn oordeel toereikend motiveert aan de hand van vaststaande feiten.

Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BM9405 - Kostenveroordeling verdachte bij niet-ontvankelijke benadeelde partij vereist nadere motivering - 22 november 2010

ECLI:NL:HR:2010:BM940522 november 2010Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard omdat deze te complex is voor het strafgeding, moet de beslissing om de verdachte toch in de kosten van de benadeelde partij te veroordelen nader worden gemotiveerd. Een dergelijke kostenveroordeling volgt niet automatisch.

Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:263 - Motiveringsplicht rechter bij toekenning immateriële schadevergoeding (art. 6:106 BW) - 26 februari 2024

ECLI:NL:HR:2024:26326 februari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt dat de toewijzing van een vordering voor immateriële schade ontoereikend is gemotiveerd als de rechter niet specificeert op welke grondslag van artikel 6:106 BW en op basis van welke vastgestelde feiten de vergoeding wordt toegekend. De enkele niet-betwisting door de verdachte volstaat niet.

Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AU8117 - Hoge Raad - 17 april 2006

ECLI:NL:HR:2006:AU811717 april 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1857 - Proceskosten benadeelde partij: rechter niet gebonden aan gevorderd bedrag - 25 november 2019

ECLI:NL:HR:2019:185725 november 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechter is bij het vaststellen van de proceskosten van de benadeelde partij niet gebonden aan het door haar gevorderde bedrag. De begroting is een feitelijke beslissing die geen motivering behoeft en waarbij de rechter, conform artikel 592a Sv, het liquidatietarief als uitgangspunt mag hanteren.

Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AY7397 - Hoge Raad - 9 oktober 2006

ECLI:NL:HR:2006:AY73979 oktober 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AU8103 - Hoge Raad - 17 april 2006

ECLI:NL:HR:2006:AU810317 april 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AE0537 - Hoge Raad - 6 mei 2002

ECLI:NL:HR:2002:AE05376 mei 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1999:ZD1408 - Hoge Raad - 11 januari 1999

ECLI:NL:HR:1999:ZD140811 januari 1999Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AU8098 - Hoge Raad - 17 april 2006

ECLI:NL:HR:2006:AU809817 april 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht