Artikel 330 (Nietigheid niet-beslissen vordering verzoek OvJ verdachte)
Weigering of verzuim om te beslissen over eene vordering of een verzet van den officier van justitie of een verzoek of verzet van den verdachte, strekkende om gebruik te maken van eene bevoegdheid of van een recht door de wet toegekend, heeft nietigheid ten gevolge.
Uitleg in duidelijke taal
Weigering of verzuim om te beslissen over eene vordering of een verzet van den officier van justitie of een verzoek of verzet van den verdachte, strekkende om gebruik te maken van eene bevoegdheid of van een recht door de wet toegekend, heeft nietigheid ten gevolge.
Dit artikel bepaalt dat het nietigheid tot gevolg heeft wanneer de rechtbank weigert of verzuimt te beslissen over een vordering of een verzet van de officier van justitie, of over een verzoek of een verzet van de verdachte, dat ertoe strekt om gebruik te maken van een bevoegdheid of van een recht dat door de wet is toegekend.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:1496
ECLI:NL:HR:2018:1934
ECLI:NL:HR:1995:ZD0328
ECLI:NL:HR:2019:1737
ECLI:NL:HR:2019:1142
ECLI:NL:HR:2020:1896
ECLI:NL:HR:2014:2856
ECLI:NL:HR:2020:1172
ECLI:NL:HR:2020:769
ECLI:NL:HR:2019:1145 - Aanhoudingsverzoek bij niet-persoonlijke betekening: belangenafweging is vereist
Indien een oproeping rechtsgeldig maar niet in persoon is betekend, mag de rechter een aanhoudingsverzoek niet afwijzen op de enkele grond dat de verdachte op de hoogte zou zijn. Er moet een belangenafweging plaatsvinden tussen het aanwezigheidsrecht en een spoedige berechting.