Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Eerste afdeling. Onderzoek op de terechtzitting
Artikel 330

Artikel 330 (Nietigheid niet-beslissen vordering verzoek OvJ verdachte)

Laatste versie

Weigering of verzuim om te beslissen over eene vordering of een verzet van den officier van justitie of een verzoek of verzet van den verdachte, strekkende om gebruik te maken van eene bevoegdheid of van een recht door de wet toegekend, heeft nietigheid ten gevolge.

Uitleg in duidelijke taal

Weigering of verzuim om te beslissen over eene vordering of een verzet van den officier van justitie of een verzoek of verzet van den verdachte, strekkende om gebruik te maken van eene bevoegdheid of van een recht door de wet toegekend, heeft nietigheid ten gevolge.

Dit artikel bepaalt dat het nietigheid tot gevolg heeft wanneer de rechtbank weigert of verzuimt te beslissen over een vordering of een verzet van de officier van justitie, of over een verzoek of een verzet van de verdachte, dat ertoe strekt om gebruik te maken van een bevoegdheid of van een recht dat door de wet is toegekend.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad499x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1496

ECLI:NL:HR:2014:14961 juli 2014Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad105x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1934

ECLI:NL:HR:2018:193416 oktober 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad67x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1995:ZD0328

ECLI:NL:HR:1995:ZD032819 december 1995Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad44x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1737

ECLI:NL:HR:2019:173712 november 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad40x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1142

ECLI:NL:HR:2019:11429 juli 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad36x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1896

ECLI:NL:HR:2020:18961 december 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad26x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:2856

ECLI:NL:HR:2014:285630 september 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1172

ECLI:NL:HR:2020:117230 juni 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:769

ECLI:NL:HR:2020:76921 april 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1145 - Aanhoudingsverzoek bij niet-persoonlijke betekening: belangenafweging is vereist

ECLI:NL:HR:2019:11459 juli 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een oproeping rechtsgeldig maar niet in persoon is betekend, mag de rechter een aanhoudingsverzoek niet afwijzen op de enkele grond dat de verdachte op de hoogte zou zijn. Er moet een belangenafweging plaatsvinden tussen het aanwezigheidsrecht en een spoedige berechting.

StrafrechtStrafprocesrecht