Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Eerste afdeling. Onderzoek op de terechtzitting
Artikel 329

Artikel 329 (Horen partijen vóór beslissing rechtbank)

Laatste versie

Alvorens te beslissen op eenig verzoek of verzet van den verdachte, hoort de rechtbank den officier van justitie. Alvorens te beslissen op eenige vordering of op eenig verzet van den officier van justitie, stelt de rechtbank den verdachte, indien deze tegenwoordig is, of diens raadsman in de gelegenheid het woord te voeren.

Uitleg in duidelijke taal

Alvorens te beslissen op eenig verzoek of verzet van den verdachte, hoort de rechtbank den officier van justitie. Alvorens te beslissen op eenige vordering of op eenig verzet van den officier van justitie, stelt de rechtbank den verdachte, indien deze tegenwoordig is, of diens raadsman in de gelegenheid het woord te voeren.

Dit artikel bepaalt dat voordat de rechtbank een beslissing neemt:

  • op een verzoek of verzet van de verdachte, de rechtbank eerst de officier van justitie moet horen.
  • op een vordering of verzet van de officier van justitie, de rechtbank de verdachte (indien deze tegenwoordig is) of diens raadsman de gelegenheid moet geven het woord te voeren.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad105x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1934

ECLI:NL:HR:2018:193416 oktober 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad44x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1737

ECLI:NL:HR:2019:173712 november 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad40x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1142

ECLI:NL:HR:2019:11429 juli 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad36x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1896

ECLI:NL:HR:2020:18961 december 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1172

ECLI:NL:HR:2020:117230 juni 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:769

ECLI:NL:HR:2020:76921 april 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1145 - Aanhoudingsverzoek bij niet-persoonlijke betekening: belangenafweging is vereist

ECLI:NL:HR:2019:11459 juli 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een oproeping rechtsgeldig maar niet in persoon is betekend, mag de rechter een aanhoudingsverzoek niet afwijzen op de enkele grond dat de verdachte op de hoogte zou zijn. Er moet een belangenafweging plaatsvinden tussen het aanwezigheidsrecht en een spoedige berechting.

StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1158

ECLI:NL:HR:2020:11587 juli 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AT5663

ECLI:NL:HR:2005:AT566311 oktober 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1957

ECLI:NL:HR:2018:195716 oktober 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak