Artikel 329 (Horen partijen vóór beslissing rechtbank)
Alvorens te beslissen op eenig verzoek of verzet van den verdachte, hoort de rechtbank den officier van justitie. Alvorens te beslissen op eenige vordering of op eenig verzet van den officier van justitie, stelt de rechtbank den verdachte, indien deze tegenwoordig is, of diens raadsman in de gelegenheid het woord te voeren.
Uitleg in duidelijke taal
Alvorens te beslissen op eenig verzoek of verzet van den verdachte, hoort de rechtbank den officier van justitie. Alvorens te beslissen op eenige vordering of op eenig verzet van den officier van justitie, stelt de rechtbank den verdachte, indien deze tegenwoordig is, of diens raadsman in de gelegenheid het woord te voeren.
- op een verzoek of verzet van de verdachte, de rechtbank eerst de officier van justitie moet horen.
- op een vordering of verzet van de officier van justitie, de rechtbank de verdachte (indien deze tegenwoordig is) of diens raadsman de gelegenheid moet geven het woord te voeren.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:1934
ECLI:NL:HR:2019:1737
ECLI:NL:HR:2019:1142
ECLI:NL:HR:2020:1896
ECLI:NL:HR:2020:1172
ECLI:NL:HR:2020:769
ECLI:NL:HR:2019:1145 - Aanhoudingsverzoek bij niet-persoonlijke betekening: belangenafweging is vereist
Indien een oproeping rechtsgeldig maar niet in persoon is betekend, mag de rechter een aanhoudingsverzoek niet afwijzen op de enkele grond dat de verdachte op de hoogte zou zijn. Er moet een belangenafweging plaatsvinden tussen het aanwezigheidsrecht en een spoedige berechting.