Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Eerste afdeling. Onderzoek op de terechtzitting
Artikel 327a

Artikel 327a (Verkort proces-verbaal en aanvulling)

Laatste versie

1. Behoudens in het geval omschreven in het tweede lid, kan een verkort proces-verbaal worden opgemaakt.

2. Indien het vonnis bij verstek is gewezen en de dagvaarding niet in persoon is betekend en zich geen omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de dag van de terechtzitting of nadere terechtzitting aan de verdachte bekend was, terwijl op de terechtzitting getuigen of deskundigen zijn gehoord dan wel een benadeelde partij zich in het strafproces heeft gevoegd, wordt, in afwijking van het eerste lid, een proces-verbaal opgemaakt dat aan de eisen van artikel 326 voldoet.

3. Indien tegen het vonnis een gewoon rechtsmiddel wordt aangewend of aan een vordering of verzoek als omschreven in artikel 365c gevolg wordt gegeven, wordt het verkorte proces-verbaal zodanig aangevuld, dat het voldoet aan de in artikel 326 gestelde eisen. De aanvulling vindt plaats binnen de in artikel 365a, derde lid, bepaalde termijnen.

4. Artikel 365, derde tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. Behoudens in het geval omschreven in het tweede lid, kan een verkort proces-verbaal worden opgemaakt.

Dit lid stelt dat een verkort proces-verbaal mag worden opgemaakt, tenzij de situatie van toepassing is die in het tweede lid wordt beschreven.

2. Indien het vonnis bij verstek is gewezen en de dagvaarding niet in persoon is betekend en zich geen omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de dag van de terechtzitting of nadere terechtzitting aan de verdachte bekend was, terwijl op de terechtzitting getuigen of deskundigen zijn gehoord dan wel een benadeelde partij zich in het strafproces heeft gevoegd, wordt, in afwijking van het eerste lid, een proces-verbaal opgemaakt dat aan de eisen van artikel 326 voldoet.

Dit lid specificeert dat, in afwijking van wat in het eerste lid staat, een proces-verbaal dat voldoet aan de eisen van artikel 326 moet worden opgemaakt, indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan: het vonnis is bij verstek gewezen, de dagvaarding is niet in persoon aan de verdachte betekend, en er heeft zich geen omstandigheid voorgedaan waaruit blijkt dat de dag van de terechtzitting of een nadere terechtzitting aan de verdachte bekend was, terwijl er op de terechtzitting getuigen of deskundigen zijn gehoord of een benadeelde partij zich in het strafproces heeft gevoegd.

3. Indien tegen het vonnis een gewoon rechtsmiddel wordt aangewend of aan een vordering of verzoek als omschreven in artikel 365c gevolg wordt gegeven, wordt het verkorte proces-verbaal zodanig aangevuld, dat het voldoet aan de in artikel 326 gestelde eisen. De aanvulling vindt plaats binnen de in artikel 365a, derde lid, bepaalde termijnen.

Dit lid bepaalt dat, als er een gewoon rechtsmiddel tegen het vonnis wordt ingesteld of als er gevolg wordt gegeven aan een vordering of verzoek zoals omschreven in artikel 365c, het verkorte proces-verbaal zodanig moet worden aangevuld dat het aan de eisen van artikel 326 voldoet. Deze aanvulling moet plaatsvinden binnen de termijnen die zijn vastgelegd in artikel 365a, derde lid.

4. Artikel 365, derde tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Dit lid geeft aan dat artikel 365, specifiek het derde tot en met het vijfde lid, op een vergelijkbare wijze van toepassing is in de context van dit artikel.