Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Eerste afdeling. Onderzoek op de terechtzitting
Artikel 326

Artikel 326 (Opmaak en inhoud proces-verbaal terechtzitting)

Laatste versie

1. De griffier houdt het proces-verbaal der terechtzitting, waarin achtereenvolgens aanteekening geschiedt van de in acht genomen vormen en van al hetgeen met betrekking tot de zaak op de terechtzitting voorvalt.

2. Het behelst tevens den zakelijken inhoud van de verklaringen der getuigen, deskundigen en verdachten. Indien de officier van justitie vordert of de verdachte verzoekt dat eenige verklaring woordelijk zal worden opgenomen, wordt daaraan, voor zoover de verklaring redelijke grenzen niet overschrijdt, op last van den voorzitter zooveel mogelijk voldaan en daarvan voorlezing gedaan. Acht de officier van justitie of de verdachte de verklaring niet voldoende weergegeven, dan beslist de rechtbank.

3. De voorzitter kan gelasten dat in het proces-verbaal van eenige bepaalde omstandigheid, verklaring of opgave aanteekening zal worden gedaan.

4. Gelijke aantekening geschiedt, wanneer een der rechters het verlangt, of op vordering van de officier van justitie of op verzoek van de verdachte of de benadeelde partij.

Uitleg in duidelijke taal

1. De griffier houdt het proces-verbaal der terechtzitting, waarin achtereenvolgens aanteekening geschiedt van de in acht genomen vormen en van al hetgeen met betrekking tot de zaak op de terechtzitting voorvalt.

Dit betekent letterlijk: De griffier houdt het proces-verbaal der terechtzitting bij. In dit document wordt achtereenvolgens aanteekening geschiedt (wordt na elkaar genoteerd) van de in acht genomen vormen (de gevolgde formele procedures) en van al hetgeen (alles wat) met betrekking tot de zaak (in verband met de zaak) op de terechtzitting voorvalt (gebeurt tijdens de zitting).

2. Het behelst tevens den zakelijken inhoud van de verklaringen der getuigen, deskundigen en verdachten. Indien de officier van justitie vordert of de verdachte verzoekt dat eenige verklaring woordelijk zal worden opgenomen, wordt daaraan, voor zoover de verklaring redelijke grenzen niet overschrijdt, op last van den voorzitter zooveel mogelijk voldaan en daarvan voorlezing gedaan. Acht de officier van justitie of de verdachte de verklaring niet voldoende weergegeven, dan beslist de rechtbank.

Dit betekent letterlijk: Het proces-verbaal behelst (omvat) tevens de zakelijken inhoud (de kernachtige samenvatting) van de verklaringen der getuigen, deskundigen en verdachten. Indien de officier van justitie vordert (eist) of de verdachte verzoekt dat eenige (een bepaalde) verklaring woordelijk zal worden opgenomen (letterlijk genoteerd zal worden), wordt daaraan, voor zoover (voor zover) de verklaring redelijke grenzen niet overschrijdt, op last van den voorzitter (op bevel van de voorzitter) zooveel mogelijk voldaan (zo veel als mogelijk is tegemoetgekomen) en daarvan voorlezing gedaan (daarvan wordt het opgenomen gedeelte voorgelezen). Acht (is van oordeel) de officier van justitie of de verdachte dat de verklaring niet voldoende weergegeven is, dan beslist de rechtbank daarover.

3. De voorzitter kan gelasten dat in het proces-verbaal van eenige bepaalde omstandigheid, verklaring of opgave aanteekening zal worden gedaan.

Dit betekent letterlijk: De voorzitter kan gelasten (kan bevelen) dat in het proces-verbaal van eenige (een bepaalde) bepaalde omstandigheid, verklaring of opgave aanteekening zal worden gedaan (een notitie wordt gemaakt).

4. Gelijke aantekening geschiedt, wanneer een der rechters het verlangt, of op vordering van de officier van justitie of op verzoek van de verdachte of de benadeelde partij.

Dit betekent letterlijk: Gelijke aantekening geschiedt (eenzelfde soort notitie wordt gemaakt) wanneer een der rechters het verlangt (een van de rechters dit wenst), of op vordering van de officier van justitie (als de officier van justitie dit eist), of op verzoek van de verdachte of de benadeelde partij.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad703x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AU9130 - Hoge Raad - 10 april 2006

ECLI:NL:HR:2006:AU913010 april 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad230x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AD5163 - Hoge Raad - 11 maart 2002

ECLI:NL:HR:2002:AD516311 maart 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BK3370 - Tegenstrijdige motivering vrijspraak en bewezenverklaring in cassatie niet toetsbaar - 15 februari 2010

ECLI:NL:HR:2010:BK337015 februari 2010Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een eventuele tegenstrijdigheid tussen de motivering van een bewezenverklaring en die van een vrijspraak niet in cassatie kan worden getoetst. De vrijspraak en de daaraan ten grondslag liggende overwegingen zijn namelijk onttrokken aan het oordeel van de Hoge Raad.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2838 - Proces-verbaal zitting: geluidsopname kan schriftelijke verslaglegging niet vervangen - 12 december 2016

ECLI:NL:HR:2016:283812 december 2016Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Een geluidsopname kan het wettelijk vereiste schriftelijke proces-verbaal van de terechtzitting niet (gedeeltelijk) vervangen. Artikel 326 Sv vereist een schriftelijke, zakelijke weergave van het verhandelde ter zitting. De vaststelling van het proces-verbaal is opgedragen aan de rechter en de griffier, niet aan een latere rechter.

Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:235 - Hoge Raad - 15 februari 2021

ECLI:NL:HR:2021:23515 februari 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:2037 - Digitale Deelname Rechter in Strafzaak tijdens COVID-19 Pandemie Toegestaan - 14 december 2020

ECLI:NL:HR:2020:203714 december 2020Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat tijdens de COVID-19-pandemie één rechter van een meervoudige kamer via een audiovisuele verbinding mag deelnemen aan een fysieke zitting, mits dit COVID-gerelateerd is en aan strikte voorwaarden wordt voldaan om de rechtsgang te waarborgen.

StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:1343 - Hoge Raad: herstel van ontbrekend proces-verbaal in uitleveringszaak - 30 september 2024

ECLI:NL:HR:2024:134330 september 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

In een uitleveringszaak waar het proces-verbaal van een zitting ontbreekt, kan de Hoge Raad de feitenrechter in bijzondere gevallen verzoeken dit alsnog op te maken. Dit is mogelijk wanneer de eerdere verweren bekend zijn en de zitting een beperkt doel had, zoals in dit tussenarrest.

StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AY9203 - Hoge Raad - 8 januari 2007

ECLI:NL:HR:2007:AY92038 januari 2007Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:394 - Parket bij de Hoge Raad - 8 april 2024

ECLI:NL:PHR:2024:3948 april 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:915 - Hoge Raad - 20 juni 2022

ECLI:NL:HR:2022:91520 juni 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak