Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Eerste afdeling. Onderzoek op de terechtzitting
Artikel 322

Artikel 322 (Hervatting geschorst onderzoek terechtzitting)

Laatste versie

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 280, tweede en derde lid, wordt in alle gevallen waarin de schorsing van het onderzoek is bevolen, het onderzoek in de zaak op de nadere terechtzitting hervat in de stand waarin het zich op het tijdstip der schorsing bevond.

2. De rechtbank is ook bij toepassing van het eerste lid bevoegd te bevelen dat het onderzoek op de terechtzitting opnieuw wordt aangevangen.

3. De rechtbank beveelt dat het onderzoek op de terechtzitting opnieuw wordt aangevangen in het geval de samenstelling van de rechtbank bij de hervatting gewijzigd is, tenzij de officier van justitie en de verdachte instemmen met hervatting in de stand waarin het onderzoek zich op het tijdstip van de schorsing bevond.

4. Ook in het geval het onderzoek ter terechtzitting opnieuw wordt aangevangen blijven beslissingen van de rechtbank inzake de geldigheid van de uitreiking van de dagvaarding uit hoofde van artikel 278, eerste lid, beslissingen op verweren van de verdachte uit hoofde van artikel 283, eerste lid, beslissingen op vorderingen tot wijziging van de telastlegging alsmede beslissingen inzake het horen of de oproeping van getuigen of deskundigen ter terechtzitting uit hoofde van artikel 287 of artikel 288 in stand.

Uitleg in duidelijke taal

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 280, tweede en derde lid, wordt in alle gevallen waarin de schorsing van het onderzoek is bevolen, het onderzoek in de zaak op de nadere terechtzitting hervat in de stand waarin het zich op het tijdstip der schorsing bevond.

Dit betekent dat, met inachtneming van de bepalingen in artikel 280, tweede en derde lid, het onderzoek ter terechtzitting, wanneer dit eerder geschorst was, bij de volgende zitting (nadere terechtzitting) wordt voortgezet (hervat) vanaf het punt (in de stand) waar het was gebleven op het moment van de schorsing.

2. De rechtbank is ook bij toepassing van het eerste lid bevoegd te bevelen dat het onderzoek op de terechtzitting opnieuw wordt aangevangen.

Ook als het eerste lid van toepassing is, heeft de rechtbank de bevoegdheid om te beslissen (bevelen) dat het onderzoek op de terechtzitting geheel opnieuw moet beginnen (opnieuw wordt aangevangen).

3. De rechtbank beveelt dat het onderzoek op de terechtzitting opnieuw wordt aangevangen in het geval de samenstelling van de rechtbank bij de hervatting gewijzigd is, tenzij de officier van justitie en de verdachte instemmen met hervatting in de stand waarin het onderzoek zich op het tijdstip van de schorsing bevond.

De rechtbank zal bevelen dat het onderzoek op de terechtzitting opnieuw wordt aangevangen indien de rechters die de zaak behandelen (samenstelling van de rechtbank) bij de hervatting gewijzigd is. Dit geldt echter niet (tenzij) wanneer de officier van justitie en de verdachte beiden akkoord gaan (instemmen) met een hervatting van het onderzoek vanaf het punt (in de stand) waar het zich bevond op het moment van de schorsing.

4. Ook in het geval het onderzoek ter terechtzitting opnieuw wordt aangevangen blijven beslissingen van de rechtbank inzake de geldigheid van de uitreiking van de dagvaarding uit hoofde van artikel 278, eerste lid, beslissingen op verweren van de verdachte uit hoofde van artikel 283, eerste lid, beslissingen op vorderingen tot wijziging van de telastlegging alsmede beslissingen inzake het horen of de oproeping van getuigen of deskundigen ter terechtzitting uit hoofde van artikel 287 of artikel 288 in stand.

Zelfs wanneer het onderzoek ter terechtzitting opnieuw wordt gestart (aangevangen), blijven de volgende beslissingen van de rechtbank geldig (in stand):

  • beslissingen betreffende (inzake) de geldigheid van de uitreiking van de dagvaarding, gebaseerd op (uit hoofde van) artikel 278, eerste lid;
  • beslissingen op verweren van de verdachte, gebaseerd op (uit hoofde van) artikel 283, eerste lid;
  • beslissingen op vorderingen tot wijziging van de telastlegging;
  • alsmede beslissingen betreffende (inzake) het horen of de oproeping van getuigen of deskundigen ter terechtzitting, gebaseerd op (uit hoofde van) artikel 287 of artikel 288.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad499x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1496

ECLI:NL:HR:2014:14961 juli 2014Dit wetsartikel wordt 15 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad258x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1005 - Overzichtsarrest 80a RO: Actualisering van Selectie aan de Poort

ECLI:NL:HR:2016:10057 juni 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Dit overzichtsarrest actualiseert de rechtspraak over artikel 80a RO. De Hoge Raad geeft een gedetailleerd overzicht van gevallen waarin cassatieberoep niet-ontvankelijk wordt verklaard wegens 'klaarblijkelijk onvoldoende belang' of omdat de klachten 'klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden', inclusief de specifieke klacht over de redelijke termijn.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad26x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BN2370

ECLI:NL:HR:2010:BN23707 december 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BR0403

ECLI:NL:HR:2011:BR040320 september 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad20x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AU2698

ECLI:NL:HR:2005:AU269825 oktober 2005Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:180

ECLI:NL:HR:2014:18028 januari 2014Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:194

ECLI:NL:HR:2015:1943 februari 2015Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA0491

ECLI:NL:HR:2007:BA049115 mei 2007Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BL8797

ECLI:NL:HR:2010:BL879718 mei 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AZ9343

ECLI:NL:HR:2007:AZ934319 juni 2007Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht