Artikel 318 (Verplaatsing terechtzitting voor schouw en verhoor)
1. Indien de rechtbank het houden van eene schouw of het hooren van getuigen of verdachten elders dan in de gehoorzaal noodzakelijk acht, kan zij te dien einde, met schorsing der zaak, bevelen dat de terechtzitting tijdelijk zal worden verplaatst.
2. De rechtbank is bevoegd daartoe met de personen door haar aangewezen elke plaats te betreden. Artikel 146, tweede lid, is te haren aanzien van toepassing.
3. De rechtbank is bevoegd, naar aanleiding van de gesteldheid der plaats waar de tijdelijke terechtzitting zal worden gehouden, de noodige voorschriften te geven voor de wijze van behandeling der zaak op die terechtzitting.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien de rechtbank het houden van eene schouw of het hooren van getuigen of verdachten elders dan in de gehoorzaal noodzakelijk acht, kan zij te dien einde, met schorsing der zaak, bevelen dat de terechtzitting tijdelijk zal worden verplaatst.
Dit artikelonderdeel bepaalt dat indien de rechtbank het noodzakelijk acht om een schouw (bezichtiging ter plaatse) te houden of om getuigen of verdachten te horen op een andere locatie dan in de gehoorzaal (rechtszaal), zij te dien einde (met dat doel), met schorsing der zaak (onderbreking van de behandeling van de zaak), kan bevelen dat de terechtzitting tijdelijk zal worden verplaatst.
2. De rechtbank is bevoegd daartoe met de personen door haar aangewezen elke plaats te betreden. Artikel 146, tweede lid, is te haren aanzien van toepassing.
Dit betekent dat de rechtbank bevoegd is om voor dat doel (daartoe), samen met de personen die zij heeft aangewezen, elke plaats te betreden. Artikel 146, tweede lid, is te haren aanzien (met betrekking tot de rechtbank) van toepassing.
3. De rechtbank is bevoegd, naar aanleiding van de gesteldheid der plaats waar de tijdelijke terechtzitting zal worden gehouden, de noodige voorschriften te geven voor de wijze van behandeling der zaak op die terechtzitting.
De rechtbank is bevoegd om, naar aanleiding van de gesteldheid der plaats (de toestand of kenmerken van de locatie) waar de tijdelijke terechtzitting zal worden gehouden, de noodige voorschriften (noodzakelijke regels of aanwijzingen) te geven voor de wijze van behandeling der zaak op die terechtzitting.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:635
ECLI:NL:HR:2023:1341
ECLI:NL:HR:2018:610 - Onderbouwing Getuigenverzoek: Eisen aan Verdediging en het Ondervragingsrecht
De Hoge Raad oordeelt dat een hof een verzoek tot het horen van belastende getuigen mag afwijzen wegens onvoldoende onderbouwing door de verdediging. Dit is niet in strijd met het ondervragingsrecht (art. 6 EVRM), zelfs niet als de getuigenverklaringen voor het bewijs worden gebruikt.