Artikel 295 (Procedure verdenking meineed getuige)
1. Indien een getuige verdacht wordt zich op de terechtzitting aan het misdrijf van meineed schuldig te hebben gemaakt, kan de rechtbank dienaangaande onderzoek bevelen.
2. In dat geval maakt de griffier dadelijk proces-verbaal op, dat door de voorzitter, de rechters en hemzelf wordt ondertekend. Het proces-verbaal bevat de verklaring van de getuige.
3. De verklaring van de getuige wordt hem voorgelezen; daarna wordt hem gevraagd of hij bij zijn verklaring volhardt en zo ja, of hij deze wil ondertekenen. Bij gebreke van ondertekening vermeldt het proces-verbaal de weigering of de reden van verhindering.
4. De rechtbank kan tevens bevelen dat door de officier van justitie de vordering zal worden gedaan als bedoeld in artikel 181, teneinde de rechter-commissaris bepaalde onderzoekshandelingen te laten verrichten.
5. Het proces-verbaal wordt door de rechtbank in handen gesteld van de officier van justitie.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien een getuige verdacht wordt zich op de terechtzitting aan het misdrijf van meineed schuldig te hebben gemaakt, kan de rechtbank dienaangaande onderzoek bevelen.
Dit betekent letterlijk: Als er een vermoeden bestaat dat een getuige tijdens de zitting (terechtzitting) het misdrijf van meineed heeft gepleegd, dan kan de rechtbank een onderzoek hiernaar (dienaangaande) bevelen.
2. In dat geval maakt de griffier dadelijk proces-verbaal op, dat door de voorzitter, de rechters en hemzelf wordt ondertekend. Het proces-verbaal bevat de verklaring van de getuige.
Dit betekent letterlijk: Wanneer de rechtbank een onderzoek beveelt, stelt de griffier onmiddellijk (dadelijk) een officieel verslag (proces-verbaal) op. Dit proces-verbaal moet worden ondertekend door de voorzitter van de rechtbank, de andere rechters en de griffier zelf. In dit proces-verbaal wordt de verklaring van de getuige opgenomen.
3. De verklaring van de getuige wordt hem voorgelezen; daarna wordt hem gevraagd of hij bij zijn verklaring volhardt en zo ja, of hij deze wil ondertekenen. Bij gebreke van ondertekening vermeldt het proces-verbaal de weigering of de reden van verhindering.
Dit betekent letterlijk: De afgelegde verklaring van de getuige wordt aan hem of haar voorgelezen. Vervolgens wordt aan de getuige gevraagd of hij of zij bij de verklaring blijft (volhardt) en, indien dat het geval is, of hij of zij de verklaring wil ondertekenen. Als de getuige niet ondertekent (bij gebreke van ondertekening), dan wordt in het proces-verbaal de reden van weigering of de reden waarom ondertekening niet mogelijk was (reden van verhindering) vermeld.
4. De rechtbank kan tevens bevelen dat door de officier van justitie de vordering zal worden gedaan als bedoeld in artikel 181, teneinde de rechter-commissaris bepaalde onderzoekshandelingen te laten verrichten.
Dit betekent letterlijk: De rechtbank heeft ook de bevoegdheid te bevelen dat de officier van justitie een vordering instelt, zoals omschreven in artikel 181. Het doel (teneinde) hiervan is dat de rechter-commissaris specifieke onderzoekshandelingen uitvoert (laat verrichten).
5. Het proces-verbaal wordt door de rechtbank in handen gesteld van de officier van justitie.
Dit betekent letterlijk: Het opgemaakte proces-verbaal wordt door de rechtbank overgedragen (in handen gesteld) aan de officier van justitie.