Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemeene bepalingen
Titel II. De verdachte
Artikel 28d

Artikel 28d (Recht verdachte op raadsman tijdens verhoor)

Laatste versie

1. Op verzoek van de aangehouden verdachte en de verdachte die is uitgenodigd om op een plaats van verhoor te verschijnen om te worden verhoord, kan de raadsman het verhoor bijwonen en daaraan deelnemen. Het verzoek wordt gericht aan de verhorende ambtenaar of de hulpofficier van justitie. De verhorende ambtenaar kan een verzoek van de verdachte of diens raadsman tot onderbreking van het verhoor voor onderling overleg afwijzen, indien door het voldoen aan herhaalde verzoeken de orde of de voortgang van het verhoor zou worden verstoord.

2. De verdachte kan tijdens het verhoor dat niet door een raadsman wordt bijgewoond, verzoeken dat het wordt onderbroken voor overleg met een raadsman. De verhorende ambtenaar stelt hem daartoe zo veel mogelijk in de gelegenheid, tenzij door het voldoen aan herhaalde verzoeken de orde of de voortgang van het verhoor zou worden verstoord.

3. De beslissing tot afwijzing van het in het eerste of tweede lid bedoelde verzoek geldt voor de duur van het desbetreffende verhoor en wordt onder opgave van de gronden waarop deze berust vermeld in het proces-verbaal van verhoor.

4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de inrichting van en de orde tijdens het verhoor waaraan ook de raadsman deelneemt.

Uitleg in duidelijke taal

1. Op verzoek van de aangehouden verdachte en de verdachte die is uitgenodigd om op een plaats van verhoor te verschijnen om te worden verhoord, kan de raadsman het verhoor bijwonen en daaraan deelnemen. Het verzoek wordt gericht aan de verhorende ambtenaar of de hulpofficier van justitie. De verhorende ambtenaar kan een verzoek van de verdachte of diens raadsman tot onderbreking van het verhoor voor onderling overleg afwijzen, indien door het voldoen aan herhaalde verzoeken de orde of de voortgang van het verhoor zou worden verstoord.

Dit lid bepaalt dat wanneer een verdachte is aangehouden, of wanneer een verdachte is uitgenodigd om naar een plaats van verhoor te komen om verhoord te worden, deze verdachte kan verzoeken dat zijn raadsman het verhoor bijwoont en daaraan deelneemt. Dit verzoek moet worden ingediend bij de ambtenaar die het verhoor afneemt (de verhorende ambtenaar) of bij de hulpofficier van justitie. De verhorende ambtenaar heeft de bevoegdheid om een verzoek van de verdachte of diens raadsman om het verhoor te onderbreken voor onderling overleg (overleg tussen de verdachte en zijn raadsman) af te wijzen. Dit mag de ambtenaar doen indien het ingaan op herhaalde verzoeken de orde of de voortgang van het verhoor zou kunnen verstoren.

2. De verdachte kan tijdens het verhoor dat niet door een raadsman wordt bijgewoond, verzoeken dat het wordt onderbroken voor overleg met een raadsman. De verhorende ambtenaar stelt hem daartoe zo veel mogelijk in de gelegenheid, tenzij door het voldoen aan herhaalde verzoeken de orde of de voortgang van het verhoor zou worden verstoord.

Dit lid stelt dat indien een verdachte wordt verhoord en zijn raadsman is daarbij niet aanwezig, de verdachte kan verzoeken om het verhoor te onderbreken zodat hij kan overleggen met een raadsman. De ambtenaar die het verhoor afneemt (de verhorende ambtenaar) moet de verdachte hiervoor zo veel mogelijk de kans geven. Dit geldt echter niet als het ingaan op herhaalde verzoeken de orde of de voortgang van het verhoor zou verstoren.

3. De beslissing tot afwijzing van het in het eerste of tweede lid bedoelde verzoek geldt voor de duur van het desbetreffende verhoor en wordt onder opgave van de gronden waarop deze berust vermeld in het proces-verbaal van verhoor.

Dit lid bepaalt dat als een verzoek zoals genoemd in het eerste lid (bijwonen en deelnemen van de raadsman) of het tweede lid (onderbreking voor overleg met raadsman) wordt afgewezen, deze afwijzing geldig is voor de gehele duur van dat specifieke verhoor. De redenen (gronden) waarom het verzoek is afgewezen, moeten worden vermeld in het proces-verbaal van het verhoor.

4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de inrichting van en de orde tijdens het verhoor waaraan ook de raadsman deelneemt.

Dit lid geeft aan dat er via een algemene maatregel van bestuur (een uitvoeringsbesluit van de regering) specifiekere regels kunnen worden opgesteld. Deze regels hebben betrekking op de manier waarop het verhoor is ingericht en hoe de orde wordt gehandhaafd tijdens een verhoor waarbij de raadsman ook aanwezig is en deelneemt.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad20x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1985 - Verhoorbijstand met terugwerkende kracht? De toetsing aan een eerlijk proces

ECLI:NL:HR:2019:198517 december 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor verhoren van vóór 2015, toen er geen recht op verhoorbijstand was, moet de rechter toetsen of het ontbreken daarvan het recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM) heeft geschonden. Het gebruik van de verklaringen is toegestaan als het proces als geheel eerlijk was.

BelastingrechtFiscaal Strafrecht, Btw
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Strafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1756

ECLI:NL:HR:2020:175610 november 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1795 - Hoge Raad: Geen cassatieklacht mogelijk tegen weigering prejudiciële vragen

ECLI:NL:HR:2019:179519 november 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

In cassatie kan niet worden geklaagd over de afwijzing van een verzoek tot het stellen van prejudiciële vragen. Het recht van de raadsman op 'daadwerkelijke deelname' aan een verhoor (Richtlijn 2013/48/EU) geeft geen recht op onbeperkte inzage in processtukken.

Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
StrafrechtStrafprocesrecht, Europees Strafrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2024:412

ECLI:NL:HR:2024:41219 maart 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak