Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Eerste afdeling. Onderzoek op de terechtzitting
Artikel 281

Artikel 281 (Schorsing onderzoek door rechtbank)

Laatste versie

1. Indien het belang van het onderzoek dit vordert, beveelt de rechtbank de schorsing van het onderzoek voor bepaalde of onbepaalde tijd.

2. De schorsing voor bepaalde tijd kan zo nodig telkens tot een nader te bepalen tijdstip worden verlengd.

3. De redenen voor schorsing worden in het proces-verbaal van de terechtzitting vermeld.

4. In geval van schorsing wordt er een proces-verbaal opgemaakt dat aan de eisen van artikel 326 voldoet.

5. Bij hervatting van het onderzoek zijn de artikelen 319 tot en met 322 van toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien het belang van het onderzoek dit vordert, beveelt de rechtbank de schorsing van het onderzoek voor bepaalde of onbepaalde tijd.

Dit lid stelt dat als het belang van het onderzoek dit vereist (vordert), de rechtbank opdracht geeft (beveelt) tot de schorsing van het onderzoek. Deze schorsing kan voor een vastgestelde (bepaalde) periode zijn of voor een niet-vastgestelde (onbepaalde) tijd.

2. De schorsing voor bepaalde tijd kan zo nodig telkens tot een nader te bepalen tijdstip worden verlengd.

Dit lid bepaalt dat een schorsing die voor een bepaalde tijd is opgelegd, indien noodzakelijk (zo nodig), steeds opnieuw (telkens) kan worden verlengd tot een later vast te stellen (nader te bepalen) tijdstip.

3. De redenen voor schorsing worden in het proces-verbaal van de terechtzitting vermeld.

Dit lid schrijft voor dat de gronden (redenen) waarom tot schorsing wordt overgegaan, moeten worden opgenomen (vermeld) in het proces-verbaal van de terechtzitting.

4. In geval van schorsing wordt er een proces-verbaal opgemaakt dat aan de eisen van artikel 326 voldoet.

Dit lid stelt dat wanneer er sprake is van schorsing, er een proces-verbaal moet worden opgemaakt. Dit proces-verbaal dient te voldoen aan de vereisten (eisen) zoals omschreven in artikel 326.

5. Bij hervatting van het onderzoek zijn de artikelen 319 tot en met 322 van toepassing.

Dit lid bepaalt dat wanneer het onderzoek wordt hervat, de bepalingen (artikelen) 319 tot en met 322 van toepassing zijn.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad174x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:913

ECLI:NL:HR:2023:91313 juni 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad105x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1934

ECLI:NL:HR:2018:193416 oktober 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AD8903

ECLI:NL:HR:2002:AD890312 maart 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1954

ECLI:NL:HR:2018:195416 oktober 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:660

ECLI:NL:HR:2018:66024 april 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:787 - Strafrechterlijke toetsing gebiedsverbod tijdens lopende bestuursrechtelijke procedure

ECLI:NL:HR:2021:7871 juni 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De strafrechter is bevoegd en verplicht de rechtmatigheid van een bevel, zoals een gebiedsverbod, zelfstandig te toetsen. Het afwachten van een bestuursrechtelijke procedure is niet vereist, en een algemene klacht over de onrechtmatigheid van het bevel hoeft niet als een specifiek verweer te worden opgevat.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Jeugdstrafrecht
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BJ3301

ECLI:NL:HR:2009:BJ33016 oktober 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Strafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1588

ECLI:NL:HR:2019:158815 oktober 2019Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AU4676

ECLI:NL:HR:2006:AU467610 januari 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2008:BC6779

ECLI:NL:HR:2008:BC677910 juni 2008Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak