Artikel 28 (Recht op rechtsbijstand verdachte)
1. De verdachte heeft het recht om zich, overeenkomstig de bepalingen van dit wetboek, te doen bijstaan door een raadsman.
2. Aan de verdachte wordt overeenkomstig de wijze bij de wet bepaald door een aangewezen of gekozen raadsman rechtsbijstand verleend.
3. In bijzondere gevallen kan op gemotiveerd verzoek van de verdachte meer dan een raadsman worden aangewezen.
4. De verdachte wordt, telkens wanneer hij dit verzoekt, zo veel mogelijk de gelegenheid verschaft om zich met zijn raadsman in verbinding te stellen.
5. De verdachte die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst kan ten behoeve van zijn contacten met zijn raadsman een beroep doen op bijstand van een tolk. De raadsman is verantwoordelijk voor het oproepen van een tolk.
Uitleg in duidelijke taal
1. De verdachte heeft het recht om zich, overeenkomstig de bepalingen van dit wetboek, te doen bijstaan door een raadsman.
Dit betekent letterlijk dat de persoon die als verdachte wordt aangemerkt, het recht heeft om zich, in lijn met de voorschriften van dit wetboek, te laten helpen door een advocaat (raadsman).
2. Aan de verdachte wordt overeenkomstig de wijze bij de wet bepaald door een aangewezen of gekozen raadsman rechtsbijstand verleend.
Dit houdt in dat aan de verdachte juridische hulp (rechtsbijstand) wordt gegeven door een raadsman. Deze raadsman is ofwel door de overheid aangewezen, ofwel door de verdachte zelf gekozen, en de rechtsbijstand wordt verleend op de manier zoals de wet dit voorschrijft.
3. In bijzondere gevallen kan op gemotiveerd verzoek van de verdachte meer dan een raadsman worden aangewezen.
Dit betekent dat in uitzonderlijke situaties, wanneer de verdachte hierom vraagt en hiervoor goede redenen aanvoert (gemotiveerd verzoek), het mogelijk is dat er meer dan één raadsman wordt toegewezen aan de verdachte.
4. De verdachte wordt, telkens wanneer hij dit verzoekt, zo veel mogelijk de gelegenheid verschaft om zich met zijn raadsman in verbinding te stellen.
Dit houdt in dat de verdachte, iedere keer als hij hierom vraagt, zo goed als mogelijk in de gelegenheid moet worden gesteld om contact op te nemen met zijn raadsman.
5. De verdachte die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst kan ten behoeve van zijn contacten met zijn raadsman een beroep doen op bijstand van een tolk. De raadsman is verantwoordelijk voor het oproepen van een tolk.
Dit betekent dat een verdachte die de Nederlandse taal niet of niet goed genoeg spreekt, voor de communicatie met zijn raadsman (ten behoeve van zijn contacten) de hulp van een tolk mag inroepen. Het is de verantwoordelijkheid van de raadsman om ervoor te zorgen dat er een tolk wordt opgeroepen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2009:BI2315
ECLI:NL:HR:2018:368 - Recht op rechtsbijstand voor niet-aangehouden verdachte vóór eerste verhoor
Een niet-aangehouden verdachte moet op grond van art. 27c Sv voorafgaand aan zijn eerste verhoor worden gewezen op zijn recht op rechtsbijstand. Schending van deze plicht leidt in beginsel tot bewijsuitsluiting van de afgelegde verklaring, tenzij de verdachte niet in zijn verdediging is geschaad.
ECLI:NL:HR:2017:1233 - Voorbedachte raad, ondanks bezinning, en de ontwikkeling van verhoorbijstand
De Hoge Raad oordeelt dat voorbedachte raad bewezen kan zijn ondanks een moment van bezinning. Tevens wordt bevestigd dat het recht op bijstand van een advocaat *tijdens* een politieverhoor (verhoorbijstand) pas sinds 22 december 2015 bestaat en geen terugwerkende kracht heeft.
ECLI:NL:HR:2011:BT6406
ECLI:NL:HR:2019:341 - Consultatierecht voor verhoor en niet-terugwerkende kracht van verhoorbijstand
De Hoge Raad oordeelt dat het recht op consultatiebijstand niet is geschonden als dit direct voor aanvang van het verhoor wordt aangeboden. Tevens heeft het recht op verhoorbijstand, voortvloeiend uit een EU-richtlijn, geen terugwerkende kracht voor verhoren die plaatsvonden vóór de implementatietermijn.
ECLI:NL:HR:2020:288 - Rechtsbijstand niet-aangehouden verdachte: gevolgen van vormverzuim bij afstand van recht
Informatie over rechtsbijstand via een eerdere ontbiedingsbrief kan volstaan voor een niet-aangehouden verdachte. Een vormverzuim bij de afstand van dit recht, zoals het niet wijzen op de herroepingsmogelijkheid, leidt niet automatisch tot bewijsuitsluiting als de verdediging het ondervonden nadeel onvoldoende onderbouwt.
ECLI:NL:HR:2016:1115 - Recht op raadsmanconsultatie tijdens politieverhoor: geen automatisme, wel motiveringsplicht
Het weigeren van een verzoek tot raadsmanconsultatie tijdens een politieverhoor is niet per se een vormverzuim, maar de beslissing van het hof dat er geen schending was, moet wel begrijpelijk gemotiveerd zijn in het licht van de specifieke omstandigheden van het geval.
ECLI:NL:HR:2024:556 - Afstand van rechtsbijstand door kwetsbare, niet-aangehouden verdachte
De Hoge Raad oordeelt dat bij een niet-aangehouden kwetsbare verdachte die afstand doet van rechtsbijstand, de rechter moet nagaan of de verdachte de gevolgen kon overzien. Het enkele feit dat de verdachte vragen begreep en consistent verklaarde, is onvoldoende motivering.