Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Eerste afdeling. Onderzoek op de terechtzitting
Artikel 268

Artikel 268 (Meervoudige kamer zittingsregels terechtzitting)

Laatste versie

1. Strafzaken worden behandeld en beslist door een meervoudige kamer, behoudens in de wet genoemde uitzonderingen.

2. De rechter die als rechter-commissaris enig onderzoek in de zaak heeft verricht, neemt, behoudens bij toepassing van artikel 316, tweede lid, op straffe van nietigheid aan het onderzoek op de terechtzitting geen deel.

3. Behalve de rechters en de griffier neemt aan de tafel der rechtbank niemand plaats.

Uitleg in duidelijke taal

1. Strafzaken worden behandeld en beslist door een meervoudige kamer, behoudens in de wet genoemde uitzonderingen.

Dit betekent letterlijk dat strafzaken in beginsel door een meervoudige kamer, dat wil zeggen een kamer met meerdere rechters, worden behandeld en beslist. Hierop zijn uitzonderingen mogelijk die in de wet zijn genoemd.

2. De rechter die als rechter-commissaris enig onderzoek in de zaak heeft verricht, neemt, behoudens bij toepassing van artikel 316, tweede lid, op straffe van nietigheid aan het onderzoek op de terechtzitting geen deel.

Dit houdt in dat een rechter die in dezelfde zaak als rechter-commissaris enig onderzoek heeft verricht, niet mag deelnemen aan het onderzoek op de terechtzitting. Als deze rechter toch deelneemt, leidt dit tot nietigheid van het onderzoek op de terechtzitting. Een uitzondering hierop is de situatie die is beschreven in artikel 316, tweede lid.

3. Behalve de rechters en de griffier neemt aan de tafel der rechtbank niemand plaats.

Dit stelt dat aan de tafel van de rechtbank alleen de rechters en de griffier mogen plaatsnemen. Niemand anders is toegestaan daar te zitten.