Wetboek van Strafvordering

1. Indien de officier van justitie de rechter-commissaris schriftelijk mededeelt dat hij van verdere vervolging afziet, beëindigt de rechter-commissaris het onderzoek.

Dit betekent letterlijk: Wanneer de officier van justitie de rechter-commissaris schriftelijk laat weten dat hij afziet van verdere vervolging van de verdachte, dan stopt de rechter-commissaris het onderzoek.

2. De officier van justitie die voornemens is de verdachte te dagvaarden terwijl de rechter-commissaris nog onderzoekshandelingen verricht, stelt de rechter-commissaris hiervan zo spoedig mogelijk in kennis. De rechter-commissaris kan, zonodig na de officier van justitie en de verdachte of diens raadsman te hebben gehoord, het onderzoek beëindigen. Indien hij zijn onderzoek voortzet, doet hij een proces-verbaal in het dossier opnemen met de mededeling dat het onderzoek uit hoofde van deze Titel nog niet is afgerond.

Dit betekent letterlijk: Als de officier van justitie van plan is om de verdachte te dagvaarden (voor de rechter te brengen) terwijl de rechter-commissaris nog bezig is met onderzoekshandelingen, dan moet de officier van justitie de rechter-commissaris hier zo snel mogelijk van op de hoogte stellen. De rechter-commissaris kan dan, indien nodig na het horen van de officier van justitie en de verdachte of diens advocaat (raadsman), besluiten het onderzoek te beëindigen. Als de rechter-commissaris besluit het onderzoek voort te zetten, dan voegt hij een proces-verbaal toe aan het dossier waarin staat dat het onderzoek op grond van deze Titel (van het wetboek) nog niet is afgerond.