Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel III. Onderzoek door de rechter-commissaris
Vierde afdeeling. Het verhoor van den getuige
Artikel 219

Artikel 219 (Verschoningsrecht getuige bij zelfincriminatie naasten)

Laatste versie

De getuige kan zich verschoonen van het beantwoorden eener hem gestelde vraag, indien hij daardoor of zichzelf of een zijner bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn in den tweeden of derden graad of zijn echtgenoot of eerdere echtgenoot dan wel geregistreerde partner of eerdere geregistreerde partner aan het gevaar eener strafrechtelijke veroordeeling zou blootstellen.

Uitleg in duidelijke taal

De getuige kan zich verschoonen van het beantwoorden eener hem gestelde vraag, indien hij daardoor of zichzelf of een zijner bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn in den tweeden of derden graad of zijn echtgenoot of eerdere echtgenoot dan wel geregistreerde partner of eerdere geregistreerde partner aan het gevaar eener strafrechtelijke veroordeeling zou blootstellen.

Dit artikel bepaalt dat een getuige het recht heeft om te weigeren (zich te verschoonen) een aan hem gestelde vraag te beantwoorden. Deze weigering is toegestaan indien het beantwoorden van die vraag de getuige zelf, of een van zijn bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn in den tweeden of derden graad, of zijn huidige of voormalige echtgenoot dan wel zijn huidige of voormalige geregistreerde partner, zou blootstellen aan het gevaar van een strafrechtelijke veroordeeling.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2277 - Verschoningsrecht Getuige na Onherroepelijke Veroordeling: Grenzen en Opzet

ECLI:NL:HR:2018:227711 december 2018Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak

Een onherroepelijk veroordeelde getuige kan zich niet algemeen beroepen op het verschoningsrecht (art. 219 Sv). Hij moet aannemelijk maken dat beantwoording van een specifieke vraag gevaar voor vervolging voor een ander feit oplevert. Opzet voor weigeren (art. 192 Sr) hoeft niet op de onterechtheid van het beroep gericht te zijn.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:466

ECLI:NL:HR:2014:4664 maart 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AF5456

ECLI:NL:HR:2003:AF54568 juli 2003Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2024:286 - Vordering camerabeelden aan rechtspersoon: verdachte of verschoningsgerechtigde?

ECLI:NL:HR:2024:28627 februari 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

Een rechtspersoon kan een beroep doen op het verschoningsrecht bij een vordering tot verstrekking van gegevens. Echter, de beklagrechter mag in beginsel afgaan op de mededeling van de officier van justitie dat de rechtspersoon niet als verdachte is aangemerkt, tenzij een reëel vervolgingsgevaar aannemelijk is gemaakt.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AR4928

ECLI:NL:HR:2005:AR492811 januari 2005Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2278

ECLI:NL:HR:2018:227811 december 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:2859

ECLI:NL:HR:2014:285930 september 2014Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2009:BH1909

ECLI:NL:HR:2009:BH190931 maart 2009Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1913:86

ECLI:NL:HR:1913:8614 april 1913Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtVerzekeringsrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1908:1

ECLI:NL:HR:1908:19 juni 1908Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak