Artikel 186a (Bijwoning verhoren rechter-commissaris raadsman verdachte)
1. De raadsman is bevoegd de verhoren van de rechter-commissaris bij te wonen, tenzij het belang van het onderzoek dit verbiedt.
2. De rechter-commissaris kan, indien hij dit in het belang van het onderzoek wenselijk acht, ook de verdachte in de gelegenheid stellen het verhoor van een getuige of deskundige bij te wonen.
3. Artikel 186, tweede en derde lid, is ten aanzien van de raadsman en de verdachte van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. De raadsman is bevoegd de verhoren van de rechter-commissaris bij te wonen, tenzij het belang van het onderzoek dit verbiedt.
Dit betekent letterlijk: De advocaat (raadsman) heeft de bevoegdheid (is bevoegd) om de verhoren die door de rechter-commissaris worden gehouden, bij te wonen, behalve (tenzij) wanneer het belang van het onderzoek dit niet toelaat (verbiedt).
2. De rechter-commissaris kan, indien hij dit in het belang van het onderzoek wenselijk acht, ook de verdachte in de gelegenheid stellen het verhoor van een getuige of deskundige bij te wonen.
Dit betekent letterlijk: De rechter-commissaris heeft de mogelijkheid (kan), als hij dit voor het onderzoek nuttig vindt (in het belang van het onderzoek wenselijk acht), om ook de verdachte de kans te geven (in de gelegenheid stellen) om het verhoor van een getuige of een deskundige bij te wonen.
3. Artikel 186, tweede en derde lid, is ten aanzien van de raadsman en de verdachte van overeenkomstige toepassing.
Dit betekent letterlijk: De regels uit artikel 186, tweede en derde lid, gelden ook (zijn van overeenkomstige toepassing) voor de raadsman en de verdachte wanneer zij verhoren bijwonen zoals beschreven in dit artikel (186a).