Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel III. Onderzoek door de rechter-commissaris
Eerste afdeling. Aanleiding tot het verrichten van onderzoekshandelingen
Artikel 184

Artikel 184 (Informatie-uitwisseling rechter-commissaris en officier van justitie)

Laatste versie

1. Indien de rechter-commissaris van zijn beslissing mededeling doet om in een zaak op grond van de artikelen 181 tot en met 183 onderzoekshandelingen te verrichten, doet de officier van justitie hem zo spoedig mogelijk een afschrift van de processtukken toekomen. De officier van justitie informeert de rechter-commissaris die onderzoekshandelingen verricht, uit eigen beweging of op diens verzoek, over het verloop van het opsporingsonderzoek.

2. De rechter-commissaris verstrekt de officier van justitie op diens vordering, of ambtshalve, schriftelijk inlichtingen over de door hem verrichte of te verrichten onderzoekshandelingen. Op diens verzoek, of ambtshalve, verstrekt de rechter-commissaris tevens schriftelijk inlichtingen aan de verdachte, tenzij het belang van het onderzoek zich hiertegen verzet.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien de rechter-commissaris van zijn beslissing mededeling doet om in een zaak op grond van de artikelen 181 tot en met 183 onderzoekshandelingen te verrichten, doet de officier van justitie hem zo spoedig mogelijk een afschrift van de processtukken toekomen. De officier van justitie informeert de rechter-commissaris die onderzoekshandelingen verricht, uit eigen beweging of op diens verzoek, over het verloop van het opsporingsonderzoek.

Dit betekent dat als de rechter-commissaris meedeelt dat hij besloten heeft om in een specifieke zaak onderzoekshandelingen te verrichten op basis van de artikelen 181 tot en met 183, de officier van justitie hem zo spoedig mogelijk een kopie (afschrift) van de processtukken moet bezorgen. Bovendien informeert de officier van justitie de rechter-commissaris die de onderzoekshandelingen uitvoert, over de voortgang van het opsporingsonderzoek. Dit kan de officier van justitie op eigen initiatief (uit eigen beweging) doen of op verzoek van de rechter-commissaris.

2. De rechter-commissaris verstrekt de officier van justitie op diens vordering, of ambtshalve, schriftelijk inlichtingen over de door hem verrichte of te verrichten onderzoekshandelingen. Op diens verzoek, of ambtshalve, verstrekt de rechter-commissaris tevens schriftelijk inlichtingen aan de verdachte, tenzij het belang van het onderzoek zich hiertegen verzet.

Dit houdt in dat de rechter-commissaris schriftelijke inlichtingen verstrekt aan de officier van justitie over de onderzoekshandelingen die hij heeft verricht of nog zal verrichten. Dit gebeurt wanneer de officier van justitie hierom vraagt (op diens vordering) of wanneer de rechter-commissaris dit zelf nodig acht (ambtshalve). De rechter-commissaris verstrekt eveneens schriftelijk inlichtingen aan de verdachte, op diens verzoek of ambtshalve, behalve als het belang van het onderzoek zich daartegen verzet. In dat geval worden de inlichtingen niet aan de verdachte gegeven.