Artikel 181 (Vordering officier van justitie onderzoekshandelingen rechter-commissaris)
1. De officier van justitie kan vorderen dat de rechter-commissaris met het oog op de opsporing van een strafbaar feit onderzoekshandelingen verricht. Hij geeft daarbij een omschrijving van het feit waarop het onderzoek betrekking dient te hebben en van de door hem gewenste onderzoekshandelingen. De vordering wijst indien deze bekend is de verdachte aan.
2. De rechter-commissaris beslist bij een met redenen omklede beschikking.
3. De rechter-commissaris doet de vordering van de officier van justitie en zijn beslissing daaromtrent, indien deze bekend is aan de verdachte toekomen, tenzij het belang van het onderzoek zich daartegen verzet.
Uitleg in duidelijke taal
1. De officier van justitie kan vorderen dat de rechter-commissaris met het oog op de opsporing van een strafbaar feit onderzoekshandelingen verricht. Hij geeft daarbij een omschrijving van het feit waarop het onderzoek betrekking dient te hebben en van de door hem gewenste onderzoekshandelingen. De vordering wijst indien deze bekend is de verdachte aan.
Dit lid betekent dat de officier van justitie
kan vorderen
dat de rechter-commissaris
onderzoekshandelingen verricht
met het doel (met het oog op
) de opsporing van een strafbaar feit
. De officier van justitie
moet daarbij een omschrijving van het feit
geven waarop het onderzoek gericht moet zijn, en ook aangeven welke onderzoekshandelingen
hij wenst. Indien de verdachte
bekend is, wijst de vordering
deze verdachte aan
.
2. De rechter-commissaris beslist bij een met redenen omklede beschikking.
Dit lid bepaalt dat de rechter-commissaris
zijn beslissing over de vordering van de officier van justitie vastlegt in een beschikking
die een motivering (met redenen omkleed
) bevat.
3. De rechter-commissaris doet de vordering van de officier van justitie en zijn beslissing daaromtrent, indien deze bekend is aan de verdachte toekomen, tenzij het belang van het onderzoek zich daartegen verzet.
Dit lid houdt in dat de rechter-commissaris
zowel de vordering van de officier van justitie
als zijn eigen beslissing daaromtrent
(daarover), aan de verdachte
moet mededelen (doet toekomen
), mits de identiteit van de verdachte bekend is. Een uitzondering hierop is mogelijk als het belang van het onderzoek zich daartegen verzet
(vereist dat deze informatie nog niet aan de verdachte wordt verstrekt).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:576
ECLI:NL:HR:2022:900 - Rechtmatigheid Ennetcom-data en rechterlijke machtiging voor gebruik in strafzaken
De Hoge Raad oordeelt dat Ennetcom-data, verkregen via een rechtshulpverzoek, rechtmatig is als voldaan wordt aan de door de buitenlandse rechter gestelde voorwaarden, zoals een Nederlandse rechterlijke machtiging. Het Wetboek van Strafvordering verzet zich niet tegen een dergelijke machtigingsprocedure.
ECLI:NL:HR:2024:375
ECLI:NL:HR:2015:505
ECLI:NL:HR:2012:BU8744
ECLI:NL:HR:2007:BA5825
ECLI:NL:HR:2016:1324 - Verschoningsrecht: motiveringseis bij inbeslagname 'corpora et instrumenta delicti'
De rechter moet deugdelijk motiveren waarom bij een geheimhouder in beslag genomen stukken 'corpora et instrumenta delicti' zijn. Een algemene verwijzing naar de verdenking en de aard van de stukken is onvoldoende, zeker bij een grote hoeveelheid documenten.