Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel III. Onderzoek door de rechter-commissaris
Eerste afdeling. Aanleiding tot het verrichten van onderzoekshandelingen
Artikel 181

Artikel 181 (Vordering officier van justitie onderzoekshandelingen rechter-commissaris)

Laatste versie

1. De officier van justitie kan vorderen dat de rechter-commissaris met het oog op de opsporing van een strafbaar feit onderzoekshandelingen verricht. Hij geeft daarbij een omschrijving van het feit waarop het onderzoek betrekking dient te hebben en van de door hem gewenste onderzoekshandelingen. De vordering wijst indien deze bekend is de verdachte aan.

2. De rechter-commissaris beslist bij een met redenen omklede beschikking.

3. De rechter-commissaris doet de vordering van de officier van justitie en zijn beslissing daaromtrent, indien deze bekend is aan de verdachte toekomen, tenzij het belang van het onderzoek zich daartegen verzet.

Uitleg in duidelijke taal

1. De officier van justitie kan vorderen dat de rechter-commissaris met het oog op de opsporing van een strafbaar feit onderzoekshandelingen verricht. Hij geeft daarbij een omschrijving van het feit waarop het onderzoek betrekking dient te hebben en van de door hem gewenste onderzoekshandelingen. De vordering wijst indien deze bekend is de verdachte aan.

Dit lid betekent dat de officier van justitie kan vorderen dat de rechter-commissaris onderzoekshandelingen verricht met het doel (met het oog op) de opsporing van een strafbaar feit. De officier van justitie moet daarbij een omschrijving van het feit geven waarop het onderzoek gericht moet zijn, en ook aangeven welke onderzoekshandelingen hij wenst. Indien de verdachte bekend is, wijst de vordering deze verdachte aan.

2. De rechter-commissaris beslist bij een met redenen omklede beschikking.

Dit lid bepaalt dat de rechter-commissaris zijn beslissing over de vordering van de officier van justitie vastlegt in een beschikking die een motivering (met redenen omkleed) bevat.

3. De rechter-commissaris doet de vordering van de officier van justitie en zijn beslissing daaromtrent, indien deze bekend is aan de verdachte toekomen, tenzij het belang van het onderzoek zich daartegen verzet.

Dit lid houdt in dat de rechter-commissaris zowel de vordering van de officier van justitie als zijn eigen beslissing daaromtrent (daarover), aan de verdachte moet mededelen (doet toekomen), mits de identiteit van de verdachte bekend is. Een uitzondering hierop is mogelijk als het belang van het onderzoek zich daartegen verzet (vereist dat deze informatie nog niet aan de verdachte wordt verstrekt).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad348x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:576

ECLI:NL:HR:2021:57620 april 2021Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad53x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:900 - Rechtmatigheid Ennetcom-data en rechterlijke machtiging voor gebruik in strafzaken

ECLI:NL:HR:2022:90028 juni 2022Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat Ennetcom-data, verkregen via een rechtshulpverzoek, rechtmatig is als voldaan wordt aan de door de buitenlandse rechter gestelde voorwaarden, zoals een Nederlandse rechterlijke machtiging. Het Wetboek van Strafvordering verzet zich niet tegen een dergelijke machtigingsprocedure.

StrafrechtStrafprocesrecht, Internationaal Strafrecht
Hoge Raad27x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:375

ECLI:NL:HR:2024:37512 maart 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:505

ECLI:NL:HR:2015:5053 maart 2015Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BU8744

ECLI:NL:HR:2012:BU874413 maart 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA5825

ECLI:NL:HR:2007:BA58252 oktober 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1324 - Verschoningsrecht: motiveringseis bij inbeslagname 'corpora et instrumenta delicti'

ECLI:NL:HR:2016:132428 juni 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechter moet deugdelijk motiveren waarom bij een geheimhouder in beslag genomen stukken 'corpora et instrumenta delicti' zijn. Een algemene verwijzing naar de verdenking en de aard van de stukken is onvoldoende, zeker bij een grote hoeveelheid documenten.

StrafrechtStrafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1092

ECLI:NL:HR:2015:109221 april 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AT2968

ECLI:NL:HR:2005:AT29684 oktober 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BU8746

ECLI:NL:HR:2012:BU874613 maart 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak