Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel II. De rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken
Artikel 180

Artikel 180 (Toezicht rechter-commissaris op opsporingsonderzoek)

Laatste versie

1. De rechter-commissaris waakt tegen nodeloze vertraging van het opsporingsonderzoek.

2. De rechter-commissaris kan op verzoek van de verdachte of diens raadsman, en indien hij uit hoofde van de artikelen 181 tot en met 183 onderzoekshandelingen verricht tevens ambtshalve, de voortgang van het opsporingsonderzoek beoordelen. De rechter-commissaris kan zich daartoe de processtukken doen overleggen. Indien hij dit nodig acht hoort de rechter-commissaris de officier van justitie en de verdachte of diens raadsman.

3. De rechter-commissaris kan de officier van justitie een termijn stellen voor beëindiging van het opsporingsonderzoek. De rechter-commissaris kan de zaak tevens voorleggen aan de rechtbank, met het oog op toepassing van artikel 29f.

Uitleg in duidelijke taal

1. De rechter-commissaris waakt tegen nodeloze vertraging van het opsporingsonderzoek.

Dit betekent dat de rechter-commissaris erop toeziet dat het opsporingsonderzoek niet zonder noodzaak wordt vertraagd.

2. De rechter-commissaris kan op verzoek van de verdachte of diens raadsman, en indien hij uit hoofde van de artikelen 181 tot en met 183 onderzoekshandelingen verricht tevens ambtshalve, de voortgang van het opsporingsonderzoek beoordelen. De rechter-commissaris kan zich daartoe de processtukken doen overleggen. Indien hij dit nodig acht hoort de rechter-commissaris de officier van justitie en de verdachte of diens raadsman.

Dit betekent dat de rechter-commissaris de voortgang van het opsporingsonderzoek kan beoordelen. De rechter-commissaris kan dit doen op verzoek van de verdachte of diens raadsman. Ook kan de rechter-commissaris dit ambtshalve doen, indien hij op grond van de artikelen 181 tot en met 183 onderzoekshandelingen verricht. Om de voortgang te beoordelen, kan de rechter-commissaris de processtukken laten overleggen. Indien de rechter-commissaris dit nodig acht, hoort hij de officier van justitie en de verdachte of diens raadsman.

3. De rechter-commissaris kan de officier van justitie een termijn stellen voor beëindiging van het opsporingsonderzoek. De rechter-commissaris kan de zaak tevens voorleggen aan de rechtbank, met het oog op toepassing van artikel 29f.

Dit betekent dat de rechter-commissaris aan de officier van justitie een termijn kan opleggen waarbinnen het opsporingsonderzoek moet zijn beëindigd. De rechter-commissaris kan de zaak ook voorleggen aan de rechtbank, met de bedoeling dat artikel 29f wordt toegepast.