Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel II. De rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken
Artikel 177

Artikel 177 (Onderzoeksopdrachten en bevelen rechter-commissaris)

Laatste versie

1. De rechter-commissaris kan, zoveel mogelijk door tussenkomst van de officier van justitie, in het belang van het onderzoek, het doen van nasporingen opdragen en bevelen geven aan de ambtenaren genoemd in artikel 141 onder b,c en d en aan de personen genoemd in artikel 142, eerste lid.

2. De rechter-commissaris heeft gelijke bevoegdheid als in artikel 147 aan het openbaar ministerie is toegekend. Artikel 147, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. De rechter-commissaris kan, zoveel mogelijk door tussenkomst van de officier van justitie, in het belang van het onderzoek, het doen van nasporingen opdragen en bevelen geven aan de ambtenaren genoemd in artikel 141 onder b,c en d en aan de personen genoemd in artikel 142, eerste lid.

Dit betekent dat de rechter-commissaris, bij voorkeur met inschakeling van de officier van justitie en indien het onderzoek dit vereist, de opdracht kan geven om nasporingen te verrichten. De rechter-commissaris kan tevens bevelen geven aan de ambtenaren die zijn gespecificeerd in artikel 141 onder b, c en d, alsmede aan de personen die zijn genoemd in artikel 142, eerste lid.

2. De rechter-commissaris heeft gelijke bevoegdheid als in artikel 147 aan het openbaar ministerie is toegekend. Artikel 147, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Dit houdt in dat de rechter-commissaris dezelfde bevoegdheid bezit die artikel 147 toekent aan het openbaar ministerie. Bovendien is artikel 147, tweede lid, op een vergelijkbare wijze van toepassing op de rechter-commissaris.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad53x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:900 - Rechtmatigheid Ennetcom-data en rechterlijke machtiging voor gebruik in strafzaken

ECLI:NL:HR:2022:90028 juni 2022Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat Ennetcom-data, verkregen via een rechtshulpverzoek, rechtmatig is als voldaan wordt aan de door de buitenlandse rechter gestelde voorwaarden, zoals een Nederlandse rechterlijke machtiging. Het Wetboek van Strafvordering verzet zich niet tegen een dergelijke machtigingsprocedure.

StrafrechtStrafprocesrecht, Internationaal Strafrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1984:AC8436

ECLI:NL:HR:1984:AC843629 mei 1984Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1177

ECLI:NL:HR:2016:117714 juni 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1707

ECLI:NL:HR:2015:170723 juni 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BL0336

ECLI:NL:HR:2010:BL033621 december 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1983:AC8189

ECLI:NL:HR:1983:AC818922 november 1983Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1913:86

ECLI:NL:HR:1913:8614 april 1913Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtVerzekeringsrecht