Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel I. Het opsporingsonderzoek
Tweede afdeeling. De officieren van justitie
Artikel 149b

Artikel 149b (Achterhouden stukken procesdossier door OvJ)

Laatste versie

1. De officier van justitie is bevoegd, indien hij dit met het oog op de in artikel 187d, eerste lid, vermelde belangen noodzakelijk acht, de voeging van bepaalde stukken of gedeelten daarvan bij de processtukken achterwege te laten. Hij behoeft daartoe een schriftelijke machtiging, op diens vordering te verlenen door de rechter-commissaris. De vordering en de beschikking worden bij de processtukken gevoegd.

2. De officier van justitie doet van de toepassing van het eerste lid en, voor zover de in artikel 187d, eerste lid, vermelde belangen dat toelaten, de redenen waarom, proces-verbaal opmaken. Dit proces-verbaal wordt bij de processtukken gevoegd.

3. Zolang de zaak niet is geëindigd, bewaart de officier van justitie de in het eerste lid bedoelde stukken.

Uitleg in duidelijke taal

1. De officier van justitie is bevoegd, indien hij dit met het oog op de in artikel 187d, eerste lid, vermelde belangen noodzakelijk acht, de voeging van bepaalde stukken of gedeelten daarvan bij de processtukken achterwege te laten. Hij behoeft daartoe een schriftelijke machtiging, op diens vordering te verlenen door de rechter-commissaris. De vordering en de beschikking worden bij de processtukken gevoegd.

Dit betekent dat de officier van justitie de bevoegdheid heeft om, als hij dit noodzakelijk acht met het oog op de belangen die in artikel 187d, eerste lid, zijn vermeld, de toevoeging van specifieke stukken of delen daarvan aan de processtukken niet te doen plaatsvinden. Voor deze handeling heeft hij een schriftelijke machtiging nodig. Deze machtiging wordt, na een vordering van de officier van justitie, verleend door de rechter-commissaris. Zowel de vordering als de daaropvolgende beschikking (beslissing) van de rechter-commissaris worden aan de processtukken toegevoegd.

2. De officier van justitie doet van de toepassing van het eerste lid en, voor zover de in artikel 187d, eerste lid, vermelde belangen dat toelaten, de redenen waarom, proces-verbaal opmaken. Dit proces-verbaal wordt bij de processtukken gevoegd.

Dit houdt in dat de officier van justitie een proces-verbaal laat opmaken waarin hij vastlegt dat hij gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid uit het eerste lid. In dit proces-verbaal vermeldt hij ook de redenen hiervoor, maar alleen voor zover de belangen genoemd in artikel 187d, eerste lid, dit toelaten. Dit proces-verbaal wordt eveneens aan de processtukken toegevoegd.

3. Zolang de zaak niet is geëindigd, bewaart de officier van justitie de in het eerste lid bedoelde stukken.

Dit betekent dat de officier van justitie de stukken die op grond van het eerste lid niet aan de processtukken zijn toegevoegd, moet bewaren gedurende de periode dat de strafzaak nog niet definitief is afgesloten (geëindigd).